Het is even geleden, maar in 1969 schreef Philip Roth met zijn Portnoy’s Complaint een roman die voor menigeen een bevrijding betekende. Het was een roman waarin Alexander Portnoy in de ik-vorm zijn beklag deed over zijn leven als joodse jongen en man. Die ik-vorm deed het hem: daardoor kon Portnoy helemaal ‘los’ gaan met zijn klachten en met het spuien van zijn frustraties, angsten en seksuele verlangens.

Portnoy hield niets achter: hij zette iedereen te kijk en niet in het minst zichzelf, tot in de kleinste beschamende details. ‘Portnoy’s klacht’ was zogenaamd een psychische stoornis, zoals we leren van een pagina uit het artikel ‘The Puzzled Penis’ van O. Spielvogel in het Internationale Zeitschrift für Psychoanalyse waarmee de roman opent. Het is een stoornis waarbij de patiënt onder meer sterke ethische weerstanden voelt ten aanzien van zijn polymorf perverse seksuele verlangens en fantasieën.

Hoe belangrijk ook, het ging niet alleen om de fantastische...