Het is een nieuwe maatschappelijke beweging die nog in de kinderschoenen staat, maar Ieder1 heeft de potentie om uit te groeien tot iets groots. Met acteur Nasrdin Dchar als voortrekker die iets wil dóén aan de verharding in Nederland.

Eigenlijk hoef je niet eens met hem te praten om te weten dat er binnen in Nasrdin Dchar een vulkaan rommelt. Alleen kijken naar zijn gezicht en zijn lichaamstaal volstaat. De permanent intense blik, de diepe zuchten als hij naar woorden zoekt, het hevige gesticuleren wanneer hij zijn punt wil maken. De acteur oogt breekbaar op deze broeierige middag op het terras van het Rotterdamse theatercafé Floor. Daar zijn redenen voor: slaapgebrek omdat hij zes weken geleden voor de tweede keer vader werd, honger en dorst vanwege de ramadan.

Maar dat is niet de verklaring waarom zijn emoties zo hoog oplopen. Die verklaring, zo wijst hij om zich heen, ligt hier. In zijn stad, zijn land, waar de sfeer nu al zo lang verziekt en gespannen is dat hij zich grote zorgen maakt. ‘De flanken hebben de overhand, man,’ zegt hij. ‘Zowel het rechts-extremistische als het religieus-extremistische. Iedereen gaat steeds feller achter zijn eigen gelijk en zijn eigen belangen staan, gebruikt steeds hardere woorden. Terwijl het volgens mij toch echt hoog tijd is om effe de krachten te bundelen. Want wat de fok willen we nou eigenlijk? We willen het toch samen doen? We zijn toch een samenleving? Of zijn er écht groepen mensen die daar absoluut niet meer in geloven? Als ik twitter serieus moet nemen, dan houd ik mijn hart vast. Als ik zie waar in de media op gefocust wordt, voel ik mezelf vaak totaal niet vertegenwoordigd in wat ik lees. Die verharding van het debat, echt: soms trék ik het gewoon niet meer. Wat mij betreft moeten we de boel even resetten.’

Dat Nasrdin ‘Nas’ Dchar (37) een maatschappelijk geëngageerd mens is, weet heel Nederland sinds hij vijf jaar geleden speechte tijdens de uitreiking van de Gouden Kalveren. Voor zijn rol in de film Rabat won hij die prijs, als eerste Nederlander van Marokkaanse komaf. In zijn dankwoord begon hij niet over zijn werk, maar over angsten. ‘Want die heb ik nogal,’ zei Dchar. ‘En helaas heeft ook Nederland die.’ Waarna hij rechtstreeks de toenmalige vicepremier Maxime Verhagen aansprak, die had gezegd de angst voor buitenlanders ‘begrijpelijk’ te vinden. Ten overstaan van een muisstille zaal en zijn diep ontroerde ouders zei hij toen: ‘Ik ben Nederlander, ik ben trots op mijn Marokkaanse bloed, ik ben moslim en ik heb een fokking Gouden Kalf in mijn hand.’

De speech werd met groot gejuich onthaald en resoneerde wekenlang in de media. Maar vijf jaar later, na het ‘minder, minder’ van Geert Wilders, de aanslagen in Parijs, Brussel en op nog veel meer plekken, de vluchtelingencrisis, de Zwarte Piet-discussie en het opgelaaide debat over racisme, is het er in zijn ogen alleen maar veel slechter op geworden. ‘Ik vind het verschrikkelijk om te zeggen, maar het is nog harder, nog bozer, er is nog meer verdeeldheid, polarisatie, generalisatie. Precies die dingen waar ik het toen over had.’

Fraai speechen is niet langer genoeg, vindt hij nu. Dchar wil iets doen. Eén directe aanleiding is er niet, er zijn er tientallen. Maar voor hem persoonlijk was het meest bevreemdend nog wel die uit de hand gelopen bewonersbijeenkomst in het Brabantse Steenbergen en de daaropvolgende grimmige protesten tegen de komst van een azc. ‘Ik ben geboren in Steenbergen, een dorpje waar zelden wat gebeurt. Al die gasten die daar stonden te schreeuwen, kende ik. Van de voetbalclub, van de stamkroeg. Ik dacht: come on Steenbergen, what happened?’

Vreemde uitspraak

Begin december vorig jaar werd de acteur uitgenodigd door Touria Meliani, directeur van cultureel centrum De Tolhuistuin in Amsterdam-Noord, om te komen praten over een mogelijk nieuw programma in een serie ‘verhalen uit de grote stad’. Aan tafel zaten ook Tolhuistuin-programmeur Tim Blaauw en Meliani’s schoonzus Nadia Zerouali, tv-kok en kookboekenschrijfster. ‘Het was een winterse avond, drie weken na de aanslagen in Parijs,’ herinnert Meliani (46) zich. ‘We zaten een beetje te mijmeren over een betere wereld. Nasrdin zei: ik heb op dit moment helemaal geen zin om mooie verhalen te vertellen. Ik wil mijn zorgen uitspreken, explicieter zijn. Eigenlijk wil ik gewoon ouderwets de straat op. Zo begon het idee te leven. Door die aanslagen kwam het allemaal steeds dichterbij, maar we wilden niet vanuit angst opereren. Natuurlijk: wij zijn ook bang. Maar we zochten een manier om onze stem te laten horen zonder dat mensen zich uitgesloten voelen. Ervoor zorgen dat dialoog nog mogelijk is.’

Meliani raadde Dchar aan eerst zijn gedachten eens op papier te zetten. En dat deed hij, in een emotionele mail die werd gedeeld met vrienden en geestverwanten. Al snel leidde dat tot nieuwe ontmoetingen, waarbij zich steeds meer mensen aansloten, afkomstig uit verschillende hoeken. Regisseur Hesdy Lonwijk, goed bevriend met Dchar, kwam erbij, worstenmaker en Parool-medewerker Samuel Levie en filmproducent Julius Ponten, een van de oprichters van productiemaatschappij Habbekrats (het succesvolle bedrijf dat verantwoordelijk is voor films als Rabat en Wolf, en dat inmiddels deel uitmaakt van New Amsterdam Film Company). Ook mensen als actrice Hanna Verboom en journalist Chris Keulemans voegden zich bij het gezelschap.

Op 1 mei werd de beweging ‘Samen1’ gelanceerd op een feestelijke avond in diezelfde Tolhuistuin. Achthonderd mensen hadden zich aangemeld, er konden er maar driehonderdvijftig in. Rapper Typhoon trad op, evenals actrice Meral Polat. Er was een gloedvol spoken word van Derek Otte, die onder meer dichtte: Onze overeenkomsten zijn onze verschillen/ Die benoemen, het liefst negatief/ Dat is waar we staan vandaag/ Extremen zijn het enige antwoord/ maar wie stelt er een vraag?

Dchars e-mail werd de basis van een heus manifest. ‘Als we de handen nou eens ineenslaan,’ luidt de slotalinea, ‘als we beginnen met de verschillen die er zijn te zien als kracht. Als we mét elkaar praten, in plaats van over elkaar. Als we inzien dat Nederland allang divers is en alleen nog maar meer divers zal worden. Als we dit vieren en erkennen dat we het samen moeten doen in dit land. Dan zullen we niet ondanks maar dankzij de verschillen één zijn.’
Ooit, zegt Dchar lachend, viel hij premier Rutte aan op zijn uitspraak dat hij Nederland wilde ‘teruggeven aan de Nederlanders’. ‘Dat is zo’n vreemde uitspraak. Wat bedoel je? Wie heeft Nederland dan nu? Moet ík het teruggeven? We hebben toch de grondwet? Het gelijksheidsbeginsel van artikel 1, dát moeten we koesteren. Maar we hebben het er wel over gehad om die woorden gewoon terug te claimen. Als wij dat zeggen, met zo’n divers gezelschap, krijg je een heel andere boodschap.’

Dit is het plan: dat op zondag 25 september een grote, diverse menigte in een parade vanuit de Bijlmer dwars door Amsterdam naar het museumplein zal lopen. Dat er honderdduizend mensen op dat plein zullen staan en met hun massaliteit een statement zullen maken voor verdraagzaamheid en dialoog. En dat het een begin zal zijn van een nieuwe maatschappelijke beweging die zijn uitwerking zal hebben in de media, in de Tweede Kamer, in het kabinet. Dus ja, noem het gerust een droom.

Low-low budget

Voor Vrij Nederland spraken we de afgelopen weken met zes mensen die aan de basis stonden van het initiatief. Misschien zijn we er, journalistiek gezien, een beetje te vroeg bij. Want veel concreets is er nog niet, en de wilde plannen die over tafel vliegen kunnen er over drie maanden weer heel anders uitzien. Tekenend is dat terwijl we dit stuk aan het schrijven zijn, de naam van de kersverse beweging wordt omgedoopt van Samen1 naar ‘Ieder1’.

Maar we wíllen er ook vroeg bij zijn, omdat we het gevoel van urgentie dat de initiatiefnemers allemaal hebben, volmondig delen. Ook wij krijgen steeds meer het unheimische gevoel dat de boel op springen staat. Dat doodsbedreigingen inmiddels gemeengoed zijn geworden, dat woorden als ‘landverrader’ steeds vrijelijker worden gebruikt, en dat we in onze handjes mogen knijpen dat er het afgelopen jaar geen doden of gewonden zijn gevallen. Of het nou bij die rellen in Geldermalsen was, of bij die brandbom die er in Enschede naar een moskee werd gegooid. Of, of…

Op het eerste gezicht lijkt Ieder1 de potentie te hebben om uit te groeien tot iets groots; met de slagkracht van de Tolhuistuin, het enorme online bereik van Habbekrats/New Amsterdam Film Company en korte lijntjes naar mateloos populaire artiesten als Typhoon die op 1 mei al een optreden verzorgde tijdens de lancering van het project. Tegelijkertijd, zo beseffen ze allemaal, is het een breekbaar initiatief. Een volgende aanslag kan zomaar roet in het eten gooien. Met zijn vriend en collega Abdelkarim El-Fassi, met wie hij recentelijk de bejubelde voorstelling Mijn vader, de Expat + Oumi maakte, had Nasrdin Dchar al eerder plannen om een mars te organiseren. ‘We hadden een geweldig gesprek, gingen uit elkaar van: ja, man, gaan we doen, en een dag later was dat bloedbad in Parijs. Fuck, zeiden we toen, nu kan het eigenlijk niet meer. Want dan wordt het een reactie. Krijg je de vraag: is dit het Marokkaanse antwoord op…? En daar heb ik helemaal geen zin in.’

Al tijdens de eerste bijeenkomsten besloten ze dat Ieder1 niet tégen moest zijn, maar vóór. Geen protestmars, maar een viering van de veelkleurigheid van Nederland. ‘We zijn niet tegen discriminatie,’ zegt Hesdy Lonwijk (40). ‘We zijn voor inclusiviteit. Natuurlijk ben ik persoonlijk tegen discriminatie, maar dat is niet waar het nu om gaat. Als platform zijn we “voor”. Het gaat ons erom de zwijgende meerderheid te mobiliseren. Neem nou die duizenden mensen die zich bij het Rode Kruis meldden toen de vluchtelingencrisis begon. Die zijn nog steeds actief, maar je hoort ze nauwelijks. Volgens mij schuilt er een enorme kracht in om je puur te laten horen voor het positieve. En iedereen is wat mij betreft welkom. Ook PVV’ers. Als dit een manier is om van hun boosheid af te komen, zeg ik: hey, let’s go.’

Filmproducent Julius Ponten wil vooral jonge mensen bereiken, mensen die nog ‘openstaan’. ‘Ook al wordt het debat beheerst door extremen, scholieren en studenten moeten weten dat Nederland écht is veranderd, dat nieuwkomers er wel degelijk toe doen.’

Een tijdlang heb ik misschien overgecompenseerd. Nog netter zijn, vaker u zeggen.Zelf kwam hij na zijn middelbare school terecht in een vriendengroep waarin velen elders hun wortels hebben, en dat is in zijn werkende leven niet veranderd. ‘Wij maken deel uit van een scene waar alle kleuren en gezindten rondlopen,’ zegt Ponten. ‘Het gaat ons meer om gedeelde dromen en ambities dan om de vraag waar je ouders vandaan komen. Het was geen bewuste keuze om acteurs van Marokkaanse afkomst te casten, het waren gewoon onze vrienden. We konden een film als Rabat alleen maar maken omdat we ze niet hoefden te betalen, want die productie was low-low budget.’

Eigenlijk vindt hij het ‘te gek voor woorden’ dat het in 2016 nog nodig is een platform als Ieder1 op te zetten. ‘Maar het is belangrijk. Ik wil dat we over die hobbel heen gaan, dat we laten zien dat Nederland al lang van kleur is verschoten, en dat je daar niet bang voor hoeft te zijn.’

’Ont-joden’

Dat is een van de uitgangspunten van Ieder1: huidskleur of achtergrond doen er niet toe. Ze zijn allemaal Nederlanders. ‘We zijn hier al generaties, maar worden nog steeds niet als gelijkwaardig gezien,’ zegt Hesdy Lonwijk. ‘Ik ben erg geschrokken van die “uitzwaaipagina” voor Sylvana Simons. Je hoeft het niet met haar eens te zijn, maar moet ze dan meteen wég? En waarhéén dan? Ik vind het jammer dat een land dat altijd zo prat ging op zijn tolerantie, zo intolerant blijkt te zijn. Het is niet meer een klein deel, als je ziet hoeveel mensen zo’n pagina liken. Zo ontstaat bij veel mensen het gevoel dat we het meest racistische volk in Europa zijn geworden. Ik ga er vanuit dat we dat niet zijn, dat de meerderheid van de mensen het hart op de goede plek heeft. Maar de enigen die in de media komen zijn de schreeuwers, de mensen die negatief zijn. Dat verkoopt, levert kijkcijfers op. Maar ik en al mijn vrienden herkennen zich daar niet in. Dat moet je laten zien, het is een statement, we moeten mensen moed geven. Vanuit het idee: we zijn hier, we gaan nergens naartoe en we moeten het met zijn allen doen.’

Sommigen van hen weten uit eigen ervaring hoe het voelt om vanwege je afkomst buitengesloten te worden. Als Nasrdin Dchar het op de basisschool in Steenbergen aan de stok kreeg met een jongetje, was het altijd: ga toch terug naar je eigen land. Zelden gewoon ‘klootzak’, zoals andere ruziënde jongetjes elkaar toebeten. En dan is er die pijnlijke herinnering aan die keer dat hij thuiskwam en zijn vader de achterdeur aan het schoonschrobben was, omdat iemand erop gekalkt had dat ze ‘vieze stinkturken’ waren, die, opnieuw, terug moesten naar hun eigen land.

Zijn ouders maakten er geen ophef over. ‘Ik ben grootgebracht met het idee dat we hier te gast waren. En dan stel je je automatisch nederiger op. Maak maar geen problemen, probeer zo goed mogelijk te leven. Doe maar rustig. Dat hebben ze op mij overgebracht. Een tijdlang heb ik misschien overgecompenseerd. Nog netter zijn, vaker u zeggen.’

Zijn vader wás ook een gast, zegt hij. ‘Een typische gelukszoeker, en niet eens voor zijn eigen geluk. Hij kwam met het idee dat hij terug zou gaan, maar daar verdiende hij gewoon niet genoeg voor. En toen er kinderen kwamen, waren mijn ouders slim genoeg om te zien dat er hier voor ons veel kansen waren die zij daar nooit hebben gehad. Daar ben ik ze superdankbaar voor. Maar feit is: ik ben hier geboren, en naarmate ik ouder werd, voelde ik dat dít mijn land is. Marokko is prachtig, mijn bloed ligt er, maar in heel mijn leven ben ik er nog geen jaar geweest.’ Hij wijst om zich heen, naar de mensen op het terras. ‘Dit zijn mijn landgenoten. Dit is het land waar ik voor wil vechten.’

Gezien zijn ervaringen had hij ook een boos mens kunnen zijn, zegt Dchar. ‘Mijn hele leven lang eigenlijk. Maar je hebt er geen ene fuck aan. Kijk om je heen, dan zie je wat boosheid oplevert. Natuurlijk wind ik me soms heel erg op, als iemand bijvoorbeeld weer eens een term als “de-islamiseren” gebruikt. Wat is dát? Ik zie geen verschil met een woord als “ont-joden”. Vrijwel elke dag is er wel een moment dat ik de aanvechting heb om iets boos op Twitter te zetten. Maar ik doe het niet, omdat ik dan meega, en ik wil niet mee. Ik kies heel bewust voor het midden.’

‘We zijn niet tegen discriminatie. We zijn voor inclusiviteit.’ Foto: Alek
Alleen maar witte acteurs

Als Hesdy Lonwijk in zijn jeugd in Tilburg naar een disco ging, mochten al zijn witte schoolgenoten doorlopen, maar hij moest opeens een ledenpas hebben. ‘Het was eerder regel dan uitzondering. Het was in your face racisme. Ik ben ook wel eens klemgereden door de politie en heb een half uur in de bak gezeten omdat mijn profiel voldeed aan dat van iemand die vlak daarvoor een overval had gepleegd. En dan met verontschuldigingen weer naar huis gestuurd worden. Als puber werd ik daar boos en gefrustreerd van, maar meer dan schelden werd het niet. Ik liet me niet snel uitlokken, ik heb een goede opvoeding genoten. Het probleem heb ik altijd bij andere mensen gelegd. Maar ik zou dat nu niet meer pikken.’

Als regisseur merkt hij nog regelmatig dat er bij omroepen en productiemaatschappijen weerstand bestaat tegen gekleurde acteurs. ‘In Amerika was er dit jaar een fel protest rond de Oscar-uitreikingen, omdat bijna alle genomineerden wit waren. Maar hier in Nederland is het nog veel erger. Als ik een acteur nodig heb die een vijftigjarige arts moet spelen, krijg ik van castingbureaus steevast een lijstje met alleen maar witte acteurs.’ Vorig jaar ageerde Lonwijk op radiostation FunX tegen de ‘witheid’ van de serie Flikken Rotterdam. Daarmee stak hij zijn nek uit, zegt hij, want voor je het weet heb je het stempel van een lastige jongen en gooi je als regisseur je eigen ruiten in. ‘Maar ik woon in Rotterdam,’ zegt hij. ‘Het is de meest diverse stad van Nederland. De helft heeft er een niet-Nederlandse achtergrond. De agenten zijn er heel vaak gekleurd, de burgemeester is een Marokkaan. Hallo! Dan kan je het toch niet maken om een main cast te presenteren met maar één Marokkaanse actrice? Laat gewoon zien: dit is Rotterdam. Ik heb er nooit iets op gehoord. Het boeit ze niet, het gaat om de kijkcijfers.’

Bijna knullig

De initiatiefnemers van Ieder1 delen het gevoel dat er haast is, dat er nú iets moet gebeuren. En allemaal hadden ze zo een eigen moment waarop ze dat beseften. ‘Bij mij brak er iets toen ik zag hoe Quinsy Gario en Kno’Ledge Cesare door een paar agenten bruut een steeg werden in gesleurd tijdens een van de eerste demonstraties tegen Zwarte Piet,’ zegt Lonwijk. ‘Dat waren beelden die ik alleen maar kende uit de tijd van de burgerrechtenbeweging in Amerika. Ze droegen een T-shirt met een slogan erop, meer was het niet. Geen vuisten in de lucht, geen zwarte handschoenen, het was bijna knullig en de reactie was zó overtrokken. En waar ik nog kwader om werd, was dat de rest van de bevolking het wel best leek te vinden.’

Voor worstenmaker Samuel Levie (33), die ook politicoloog is, kwam het moment vorig jaar, toen hij traditiegetrouw met zijn familie de dodenherdenking bij de Hollandsche Schouwburg bijwoonde. ‘Dat is het enige wat we doen met onze Joodse achtergrond,’ zegt hij. ‘Ik ben niet Joods, maar mijn vader wel. Een groot deel van zijn familie is omgebracht in de Tweede Wereldoorlog. Maar daar wordt niet over gepraat. Het heeft zoveel pijn gedaan dat we het heel diep zijn gaan wegstoppen.’

Toen bij de ceremonie het Wilhelmus klonk, begon Levie mee te zingen, waarop zijn beide zusjes ineen krompen. ‘Zij zeiden: “Dat doe je toch niet? Waar moeten we trots op zijn? Het volkslied is gekaapt door types als Verdonk en Wilders, en kijk wat die met ons land aan het doen zijn.” We kregen een hele discussie. Ik ben altijd best trots geweest op alles wat we hier in Nederland hebben, maar toen werd ik overvallen door de gedachte: het zal toch niet weer gebeuren? In mijn familie is de Joodse identiteit zo goed als verdwenen. Komt er dan nu een generatie die niet trots kan zijn op zijn Nederlanderschap, terwijl ze wel Nederlander zijn?’
Als Levie in zijn buurt in Amsterdam-Oost om zich heen kijkt, ziet hij hoe bevolkingsgroepen steeds meer langs elkaar heen leven. ‘Op het pleintje voor mijn huis voetbal ik regelmatig met twee buurjongetjes van Pakistaanse komaf. ’s Ochtends roepen ze door mijn brievenbus – ‘Buurman!’ – en dan gaan we. Zij worden steeds beter, en ik steeds dikker. Zij voelen zich niet per se Nederlands, terwijl het gewoon Amsterdamse schoffies zijn, net als ik ooit was. Maar hun ouders leven in een andere wereld, er komen alleen maar Pakistanen en Marokkanen over de vloer. Allemaal aardige gasten, maar toch vind ik het verontrustend. Ik ben zo ongeveer de enige witte Nederlander met wie ze contact hebben. Omgekeerd bestaat mijn vriendenkring ook vrijwel helemaal uit mensen zoals ik. Er moet iets gebeuren om te voorkomen dat mensen zich niet meer betrokken voelen bij de maatschappij als geheel. Maar dat is heel moeilijk, en ik heb ook de antwoorden niet.’

Zelf vormt Levie met zijn jonge gezin de vleesgeworden Ieder1-gedachte. Hij is deels Brits, kreeg kort geleden een dochter met zijn vriendin, die van Surinaams-Hindoestaanse komaf is maar ook Duitse wortels heeft. ‘Gelukkig is mijn Joodse oma dement,’ zegt hij. ‘Anders had ze daar vast iets van gevonden. Onze baby zal vast een ander kleurtje krijgen dan ik. En het zal toch niet gebeuren dat zij daarom ook maar iets minder Nederlander mag zijn?’

Echt, ik ben heel blij dat ik in 2001 tweeëntwintig was, en al een beetje stevig op mijn benen stond.Nasrdin Dchar is getrouwd met een vrouw met Indonesische roots. ‘Ik wil strijden voor dat gevoel van Nederlanderschap,’ zegt hij. ‘Ik merk de laatste jaren dat veel Marokkaanse jongeren, van wie inmiddels alleen de grootouders nog daar zijn geboren, nu gaan zeggen: no way dat ik Nederlander ben, ik ben Marokkaan. Ik geloof helemaal niet dat ze zich werkelijk identificeren met Marokko, ze zeggen het omdat ze zich vervreemd voelen, omdat ze denken dat ze geen Nederlander mógen zijn. Ik ben indertijd die Gouden Kalf-speech niet voor niks begonnen met: ik ben Néderlander. Nederlands, Marokkaans bloed, moslim en dan zo’n prijs winnen: die dingen maken mij tot wie ik ben. Dat is waarom ik Nederland zo fantastisch vind, omdat dat allemaal mag en kan. Maar als ik denk aan die vijftienjarige Youssef uit mijn wijk… Die is geboren in het jaar van de aanslagen van 9/11. Dat betekent dat hij zijn hele leven lang labels opgeplakt heeft gekregen. Islamitisch? Dat is slecht. Marokkaans? Slecht! Dan snap ik heel goed dat je zegt: rot op met dat Nederlanderschap, ik ben Marokkaan. Echt, ik ben heel blij dat ik in 2001 tweeëntwintig was, en al een beetje stevig op mijn benen stond.’

Enge man met baard

Voor tv-kokkin en kookboekenschrijfster Nadia Zerouali (40) was haar Marokkaanse achtergrond nooit een probleem. Net als Touria Meliani groeide ze op in het rustige Winterswijk, in een traditioneel Marokkaans gezin. Naast haar school kreeg ze koranles, en leerde ze Arabisch. Haar vader, een fabrieksarbeider, noemde Nederland ‘het islamitische land bij uitstek’. ‘Hij zei: er is hier een zorgstelsel waar je u tegen zegt, geen corruptie, er wordt gezorgd voor arme mensen. Als je in ruil daarvoor je voortuin op orde moet hebben, omdat dat hoort in Winterswijk, dan heb je dus je voortuin op orde. En kwam de buurman op de koffie als mijn moeder-met-hoofddoek alleen thuis was, dan kon dat. Want zo ging je met elkaar om.’

Zerouali is een klassiek voorbeeld van emancipatie. Haar vader was niet blij toen ze aankondigde dat ze naar de hotelschool wilde, maar ze zette hem voor het blok. ‘De hotelschool, dat was varkensvlees en drank. Maar ik zei: als ik niet mag, maak ik mijn middelbare school niet af. Uiteindelijk won ik de strijd, maar hij ook, want zijn dochter heeft gestudeerd en kan voor zichzelf zorgen.’

Sinds haar man Hakim – de broer van Touria Meliani – omkwam bij een verkeersongeluk voedt ze haar inmiddels elfjarige zoon in haar eentje op. Zerouali bouwde een succesvolle carrière op en werd gaandeweg een ‘flex-gelovige’. ‘Ik geloof nog wel in Allah, maar niet in de dogma’s. Toen ik een paar jaar geleden in Jeruzalem was, zag ik hoezeer joodse, christelijke en islamitische orthodoxen op elkaar lijken. Allemaal mannen met lange baarden en afgepeigerde vrouwen die erachteraan sjokken.’ Dat ze niet langer praktiserend moslim is, wordt vaak niet begrepen. ‘Als traditionele Marokkaanse vrouwen horen dat ik niet meer aan ramadan doe, zeggen ze: meisje toch, en je bent zo aardig! In hun ogen zijn het alleen halve criminelen of hoeren die niet vasten. Ze hebben heel bekrompen beelden van mensen die niet meer moslim zijn, maar daar voldoe ik niet aan: ik ben trots op mijn wortels, kan goed koken, heb een zoon van een Marokkaanse man. Zij hebben ook hokjes. En als je daar uit stapt, vinden veel mensen dat lastig.’

Als je begint met “alle Marokkanen zijn zus of zo”, is het gesprek meteen voorbij. Terwijl ik dat gesprek juist zo graag wil aangaan.Toch had Zerouali in haar dagelijks leven altijd weinig last van haar Marokkaanse achtergrond. ‘Ik beschouwde het als een voordeel. “O, die krulletjes, zo schattig!” Mijn wereld is heel veilig, ik schrijf over eten en drinken, en dat vindt bijna iedereen leuk. Maar het werd anders toen mijn zoon iets ouder werd. Ik woon inmiddels in Almere, en het heeft iets raars om te leven in een omgeving met heel veel PVV-stemmers die zeggen dat ze geen Marokkanen willen. Ik begon mezelf vragen te stellen die ik eerder niet stelde. Mijn zoon wordt aangekeken op zijn Marokkaans-zijn. Soms zit het in kleine dingen. Op rugby zeggen ze: jij bent geen Marokkaan, want die zijn stom en spelen geen rugby. Het zijn kinderen die vast niet opzettelijk discrimineren, maar voor hen heeft het woord “Marokkaan” toch al een negatieve lading. En er is ook die andere kant: ik vond het zelf leuk om koranles te krijgen, maar ga ik mijn zoon daar nog naartoe sturen? Komt hij dan niet een enge man met een baard tegen en gaat hij radicaliseren?’

Na Wilders’ ‘minder, minder’-uitspraak, was Zerouali een van de eersten die aangifte deed tegen de PVV-leider. ‘Dat pikte ik echt niet. Natuurlijk gebeuren er dingen die niet goed zijn. Het is waar dat er in Almere Marokkaanse jongens zijn die hun kleine broertje mee uit stelen nemen. Dat sommige Marokkaanse gezinnen verwrongen in elkaar zitten. Ouders die zich niet geworteld hebben en hun kinderen schizofreen opvoeden, zoontjes die als prinsjes worden behandeld. Maar je kunt niet zeggen dat er iets intrinsiek mis is met een Marokkaan. Dan zou er ook iets mis zijn met mijn broers en mijn zoontje. Dat stigmatiseren maakt de problemen alleen maar erger. Als je begint met “alle Marokkanen zijn zus of zo”, is het gesprek meteen voorbij. Terwijl ik dat gesprek juist zo graag wil aangaan.’

Telegraaf-lezende oppas

Ieder1 wil de problemen die er zijn niet onder het tapijt vegen, maar de beweging ziet het vooral als haar taak om de mooie kanten van smeltkroes Nederland te benadrukken. ‘We willen een positieve deken over het land trekken,’ zegt Samuel Levie. ‘Voor de verandering eens kijken naar de goede kanten, en van daaruit verdergaan.’ Het ongezouten ‘benoemen’ van alles, dat sinds de opkomst van Pim Fortuyn zo in zwang is geraakt, zit volgens hen het besef dat er ook veel goed gaat in de weg. Want maar al te vaak komt dat gewoon neer op generaliseren.

Holman is niet dom en lijkt me ook niet onaardig, maar ik denk wel dat-ie bang is geworden. Maar moet je iedereen daarin meesleuren?Eind vorig jaar overwoog Levie even om zijn culinaire rubriek in Het Parool op te zeggen toen huiscolumnist Theodor Holman voor de zoveelste keer van leer trok tegen ‘de islam’, met als terugkerende zin: ‘Maar liever hier geen islamieten’. ‘Dan spreekt hij dus over een klein miljoen mensen die volgens hem hun geloof moeten afzweren. Natuurlijk mag je zeggen dat je de gedachten van sommigen orthodoxen heel eng vindt. Dat zijn ze ook. Er is een clubje dat niet accepteert dat je in Nederland gewoon homo mag zijn, en sympathiseert met bewegingen als IS. Daar moet je tegen strijden. Maar ik vind het ook eng om dat zomaar gelijk te stellen aan “de islam”. Holman is niet dom en lijkt me ook niet onaardig, maar ik denk wel dat-ie bang is geworden. Dat is niet vreemd als je beste vriend is vermoord, maar moet je dan via je column iedereen meesleuren in die angst? En keer op keer het gevoel creëren dat we naar de verdoemenis gaan als we mensen zichzelf laten zijn?’

‘Alles wordt zo absoluut gemaakt dat de nieuwsgierigheid naar elkaar verdwijnt,’ zegt Touria Meliani. ‘Daar maak ik me zorgen over. Mensen stellen geen vragen meer, ze vínden iets. De vrijheid van meningsuiting is heilig, maar tegenwoordig ontaardt dat meestal in beledigingen en geschreeuw. In mijn ogen ben je pas vrij als je met een open blik naar je omgeving durft te kijken.’ Haar eigen moeder, traditioneel Marokkaanse, was óók niet blij toen er in haar Winterswijkse buurtje een groot asielzoekerscentrum kwam. ‘Ze was een beetje angstig. Gaat mijn wijkje nu helemaal veranderen? Maar ze is erheen gegaan om te helpen, en is nu bevriend met een van de bewoners.’

Soms kan je beter omzichtig zijn en de dingen op zijn beloop laten, weet Nadia Zerouali uit eigen ervaring. ‘Ik ben niet gelovig meer, maar als ik bij mijn opa ben, doe ik wel mee aan de ramadan. Ik ga niet stiekem in mijn eentje eten. Is dat hypocriet? Ja, natuurlijk. Maar liever een beetje hypocriet dan dat ik overal een strijd over moet voeren. Ik druk mijn zin wel door als het echt belangrijk is. In de dagelijkse omgang werkt dat gewoon. Ik heb een fantastische, witte, Telegraaf-lezende oppas die voor mijn zoontje zorgt. De eigenaar van mijn sportschool is een gezellige vent die PVV stemt, en zijn beste vriend is een Turk. Als je elkaar leert kennen, kun je hopelijk ook zien dat al die verschillen het alleen maar leuker maken. Laten we dat omarmen. Assimilatie, daar geloof ik niet in.’

Niet in die mal

De komende weken zal de organisatie van Ieder1 steeds verder worden opgebouwd. Begin juli ging er een crowdfunding-actie van start, er worden gesprekken gevoerd met fondsen, vrijwilligers geworven, artiesten gepolst die mogelijk komen optreden op het Museumplein. ‘We krijgen veel enthousiaste reacties,’ zegt Julius Ponten. ‘Maar er is ook kritiek. “Het is een links feestje, het is een Amsterdams feestje.” Ik hoop van harte dat mensen uit alle hoeken van het land zullen komen om mee te lopen. Sommigen vragen zich ook af of de straat op gaan nog wel van deze tijd is. Oké, prima, maar dit is gewoon wat we gaan doen. Want niets doen is geen optie.’

Je kunt sommige reacties vooraf uittekenen. Meteen nadat het initiatief bekend was geworden, kreeg Nasrdin Dchar een hele lading giftige reacties op GeenStijl over zich heen. Sinds zijn Gouden Kalf-speech geldt hij nu eenmaal als Marokkaan-met-een-mening, en dan kun je in sommige ogen geen goed meer doen. ‘Van tevoren had ik me dat niet gerealiseerd,’ zegt hij. ‘Ik was supernaïef, en nu zit ik eraan vast. Vijf jaar later hoor ik op straat nog steeds: hé, dat is die gast van dat Gouden Kalf. Goud, dat staat er voor mijn naam. Jack Wouterse heeft weet ik veel hoeveel Gouden Kalveren en die wordt gewoon Jack Wouterse genoemd.’

Hij lacht, en schiet dan opeens vol. ‘Ik koester het, man, ik ben er dankbaar voor. Wat ze op GeenStijl ook over me schrijven. Het lijkt alsof er met sommige mensen gewoon niet meer te praten valt. Dat zou ik wél willen, hoor. Ik zou die gasten van GeenStijl, maar ook Wilders, graag vragen wat ze willen bereiken met hun manier van opereren. Ze voeden boze, teleurgestelde mensen met het idee dat we weer terug kunnen naar hoe Nederland veertig of vijftig jaar geleden was. Het spijt me, maar dat is een illusie. Mijn kinderen zijn Nederlands/Marokkaans/Indonesisch, die passen niet in die mal, maar het is wel hun land. En voor hen doe ik dit, zodat ik later kan zeggen: jullie vader heeft in ieder geval zijn best gedaan.’

Ieder1 is een crowdfundingcampagne begonnen om de parade op
25 september mogelijk te maken. Meer informatie op Ieder1.org