Gedachten op maandagochtend

Ondanks de grote opwinding deze week over een mogelijke oplossing in de Puttense moordzaak, zette minister van Justitie Hirsch Ballin de hakken in het zand. Hij zwicht niet voor de vele verzoeken uit de Tweede Kamer om de wetgeving voor het verplicht afstaan van DNA te verruimen. Begrijpelijk, want anders dan sommige politici suggereren, is DNA-bewijs niet zonder problemen. DNA zou nooit liegen. Helaas is dat een leugen. DNA liegt bíjna nooit. En met ‘bijna’ heeft de rechtsprekende macht gelukkig nog altijd een probleem. De wetgevende macht daarentegen went maar moeilijk aan een belangrijk inzicht: één spoor is geen spoor. DNA kan handig zijn om aan te tonen dat iemand op de plaats delict is geweest. Maar ook als hij er was, is het nog steeds de vraag of hij de moordenaar of de aanrander is. Zonder ondersteunend bewijs stuurt een rechter, als het goed is, de verdachte weer naar huis.

WONDERMIDDEL – Populistische politici hebben daar natuurlijk lak...