Vrij Nederland-redacteuren Jaco Alberts en Harry Lensink bloggen over het geruchtmakende jihadproces. Vandaag is het het woord aan Rudolph H.: roodharig, bekeerd, internetsavvy en goedgebekt.

Twintig jaar lang was hij ‘Ruud’ voor familie en vrienden. Maar vanaf 2009 begon de roodharige zoon van een Rotterdamse rechter zich Abu Said te noemen. Hij bekeerde zich samen met zijn vrouw Vera tot de islam. Zijn vader had gehoopt dat het weer zou overgaan, zei hij tegen de recherche: ‘Zoals de puberteit.’ Zijn schoonmoeder mocht hem graag. ‘We hadden geen moeite met Ruud als persoon, maar met het moslimzijn. Ze zijn salafist, niet gewoon moslim. Heel extreem.’ Nu kent Nederland hem als Rudolph H. (1989), het maatje van hoofdverdachte Azzedine C., alias Abu Moussa. Ze staan in het Haagse jihadi-onderzoek samen voor de rechter op verdenking van opruiing en deelname aan een terroristische organisatie.

Hij was de ‘websiteman’ van de groep, de beheerder van de Dewarereligie.nl...