Als iets het wereldbeeld van Frans Kellendonk beheerste, dan was het wel het idee van een ‘organische samenleving.’ Alles moest geworteld en gegroeid zijn, alles moest met elkaar samenhangen en elkaar daardoor in stand houden, als een familie. De samenleving moest een ‘lichaam’ zijn, zelfs een ‘mystiek lichaam’ naar analogie van de katholieke kerk zoals de apostel Paulus die oorspronkelijk voor ogen had. Die kerk werd bij elkaar gehouden door de kerkelijke geboden en rituelen, afkomstig van God en neergelegd in de heilige boeken en de katechismus. Zo zou een samenleving ook ingericht kunnen zijn.

Uit die organische samenleving van de kerk kwam bijvoorbeeld het huwelijk voort als de enige vorm voor het verwekken van kinderen, zodat er eeuwenlang geen ruimte was voor andere manieren van gezinsvorming. Ook de erfzonde moest elke gelovige op zijn schouders gaan dragen. Bij Kellendonk hield de erfzonde flink huis: het bezorgde hem een metafysisch schuldgevoel. Er kwam een...