05-11-2005
Door Harm Ede Botje & Sander Donkers

Je bent een Marokkaan, een Turk of een Antilliaan en je wilt een baan. Je hebt prima papieren en je spreekt goed Neder­­lands. Makkelijk zat, zou je denken. Maar zo gaat het niet in Nederland. ‘Het hebben van een buitenlandse naam is soms al genoeg om afgewezen te worden.’ Hoe zit het met de discriminatie op de werkvloer? En hoe serieus neemt de regering het probleem?

Imad Akalo is drieëntwintig jaar en heeft een bescheiden toekomstdroom. Boekhouder wil hij worden, of manager. Gewoon: op een kantoor. Met een stropdas achter een computer. Broodje kaas in de pauze. ‘Als het maar vast werk is,’ zegt hij. ‘Dan kan ik denken aan trouwen, kinderen krijgen en misschien een huis kopen.’ Dat lijkt niet al te hoog gegrepen. Imad heeft een diploma bedrijfsadministratie, spreekt goed Nederlands en heeft geen strafblad. Toch lijkt het onderhand een onhaalbaar ideaal. Want Imad is al drie jaar werkloos.

In het begin zat hij...