Een nieuwe Poëziepodcast van VN, SLAA en Splendor, door Daan Doesborgh. Over dichters, hun gedichten, en de wereld waar ze die vandaan halen. Deze maand: Jonathan Griffioen.

Op de ochtend dat ik met Jonathan Griffioen had afgesproken om alweer aflevering vier van de Poëziepodcast op te nemen, werd ik wakker met ontzettende keelpijn. Maar het was zo’n keelpijn die je alleen ’s ochtends hebt, en ’s avonds nog een beetje, maar waar je overdag prima een podcast mee op kan nemen. Aldus geschiedde.

Jonathan debuteerde in 2015 met de bundel Wijk, een vrij autobiografische bundel over jong zijn in Wijk bij Duurstede, waar verveling en drugs de hoofdingrediënten van een puberleven vormen.

We beginnen met een gedicht van de Amerikaan James Tate, die in 1992 de Pulitzer Prize won en over wiens getroebleerde jeugd ik allerlei feitjes oplepel voor ik erachter kom dat Jonathan zich eigenlijk helemaal niet heeft beziggehouden met wie James Tate eigenlijk is, maar zijn werk gewoon kende uit aanbevelingen van collega-dichters. Hij leest het gedicht ‘Goodtime Jesus’, in zijn eigen vertaling, ‘Onbezonnen Jezus’:

Onbezonnen Jezus

Jezus ontwaakte die dag, een beetje later dan gewoonlijk. Hij verkeerde in een dusdanig diepe slaap dat er niets meer over was

in zijn hoofd. Wat was het? Een nachtmerrie, overal rondom hem wandelden de dode lichamen, wit weggedraaide ogen, afbladderende huid. Maar hij was er niet bang voor geweest. Het was een prachtige dag.

Heb je zin in een bak koffie? Zekersteweten. Ga een stukkie rijden

op mijn ezel, ik hou van die ezel, man, ik hou van iedereen.

James Tate (vertaling: Jonathan Griffioen)

Naar aanleiding van het feit dat Jonathan dit gedicht vertaald heeft, gaat het over poëzie vertalen als je zelf ook dichter bent. De connectie is niet helemaal duidelijk, maar ik voer een imitatie op van de Ierse dichter William Butler Yeats. Wie liever Yeats zelf hoort kan bij deze video terecht:

Wat ikzelf opvallend vond aan Jonathans keuze voor James Tate is hoezeer de stijl van Tate overeenkomt met die van Jonathan, in de zin dat ze beide lyrische, duidelijk poëtische beelden en zinnen durven te combineren met zinnen en beelden die juist heel banaal en uit de spreektaal gegrepen zijn. ‘Ik vind het altijd heel lelijk als een gedicht alleen maar schoonheid bevat,’ aldus Jonathan.

Vervolgens richten we de aandacht op het gloednieuwe gedicht dat hij van zichzelf heeft meegebracht, en waarin we een glimp krijgen van hoe zijn nieuwe bundel eruit gaat zien.

Als een Dodokolonie

Het dashboard krult op in de rode Mazda 626 uit 1990
waar ik met Jimmy uit voortkom, waar ik plots uitspring.
– Ik rol door het donker met mijn cv, mijn arme cv die hapert
als de straatverlichting, krabbel op en beweeg in de kleine ruimte
tussen geslaagde mensen (werkelijk jongens, ik ben van jullie
gaan houden, jullie zijn zo goed gelukt) als een dodokolonie, en
ik begin langzaam te wennen aan al jullie vieringen, dronken
van Mariokart en Marx.
Trek me alsjeblieft niet in twijfel zoals ik in twijfel ben
getrokken, zeg me of we op mogen staan, gaan we al werken?
Want mijn hoofd is rood geworden van de ijver in mij, en mijn
handen zijn rood als mijn hoofd op een tafel vol replica’s
van Darth Vaders lichtzwaard.
Dadelijk ben ik begeesterd, ben ik gelovig, ben ik niet
meer mijn buik, ben ik mijn buik en mijn rug en de darkside,
kruinen en vliezen vergeten.

Ik ben mijn buik vergeten. Jullie zijn mijn buik vergeten.
De lucht die we sinds de puberteit binnenhielden, is ontsnapt.

Jonathan Griffioen

In zijn nieuwe werk stuurt Jonathan weg van het autobiografische. In zijn tweede bundel wil hij experimenteren met de grenzen tussen poëzie en proza, met een bundel die bijvoorbeeld een hoofdpersoon heeft, Jimmy, en de rode Mazda 626 uit 1990, wat ik een ontzettende auto voor het oeuvre van Dennis Gaens vind, en waarvan Jonathan naderhand ontdekte dat precies zo’n Mazda ook al in Hallo Muur, de succesroman van zijn fondsgenoot en collega-dichter Erik Jan Harmens zit.

Via Carl Gustav Jung en het sociale nut van een universitaire opleiding komen we tot het einde van deze aflevering, of, zoals ik het stel in een zin die de uitzending niet heeft gehaald: ‘nog even over je nieuwe bundel en dan gaan we bier drinken’.

SoundCloud

Deze dienst is alleen beschikbaar wanneer alle cookies zijn geaccepteerd

Wijzig cookie voorkeur

Meer poëziepodcast?
Aflevering 1: De première, met Menno Wigman.
Aflevering 2: Ingmar Heytze en de debutanten.
Aflevering 3: Vicky Francken en de rouwende kat.
Of ga naar de overzichtspagina.