Gedachten op maandagochtend

Veel te vroeg natuurlijk, de dood van Michael Jackson. Maar is het voor hemzelf niet ook een blessing in disguise?

In de stroom van condoleances en eerbetuigingen die is losgebarsten gaat het tenminste óók weer over zijn enorme talent als zanger, danser en hitschrijver. En dat was de afgelopen, pakweg, twintig jaar wel anders. Muzikaal zat de sleet er al op sinds Bad, uit 1987. Sindsdien hield de wereld zich vooral bezig met de vermeende pedofiel, de baby-buiten-het-raam-houder, de zuurstoftank-slaper, de zonderling met de rare huidziektes, de half-gemaskerde met het gezicht waar de gaten in vielen.

Maffer dan Wacko Jacko zullen ze niet meer gemaakt worden. Maar hoeveel kans op een waardig leven had hij eigenlijk? Het artiestenvak in geramd door een vader met losse handjes, daarin tot ongekende hoogte gestegen, maar zelden had hij zelf de regie in handen.

Hoe stuurloos hij was, bleek nog eens uit dat vreemde bericht, zo’n drie weken voor zijn dood....