Liever luisteren? Laat Doortje Smithuijsen je dit verhaal over de crypto-obsessie van twintigers voorlezen.

Helemaal links staat een cryptohandelaar in een Moncler-jas, met Gucci-schoenen aan en een schoudertasje om – ook van Gucci. Naast hem een fiscalist van Baker & McKenzie: strak in het pak, haar naar achter, hoornen bril. Aan zijn rechterkant dan weer een donkere, bebaarde man – ook cryptohandelaar – in een lange bontjas, zijn ‘zwerversjas’, zegt hij. Daar weer naast staat een jongen die werkt bij een crypto-bemiddelaar en eruitziet alsof hij binnenkort een berg gaat beklimmen: windjack, stevige broek, enorme wandelschoenen.

Het gesprek gaat over de ‘belevenissen’ waar ze zichzelf op hebben getrakteerd: voetbalwedstrijden, skiën, reisjes naar India en Rio de Janeiro.

Deze twintigers hebben weinig met elkaar gemeen, behalve dat ze allemaal gefascineerd zijn door cryptomunten, er al vroeg veel van hebben gekocht, slim hebben gehandeld en, ja, nu dus heel rijk zijn.

Het gesprek gaat over de ‘belevenissen’ waar ze zichzelf onlangs op hebben getrakteerd: voetbalwedstrijden, skiën, reisjes naar India en Rio de Janeiro.
‘Ik ben zelfverkozen dakloos,’ zegt de jongen in de bontjas.
‘Hij woont in hotels,’ vult de bergbeklimmer aan.
‘Of in zijn Maserati,’ zegt de fiscalist.
Iedereen lachen.
‘We komen hier om bij te praten,’ zegt de jongen in de bontjas.
De Moncler-jas beaamt: ‘Anders zit je ook maar de hele dag zo alleen achter je computer.’
Ook cryptohandelaren willen weleens een avondje uit. Maar dan liefst wel met gelijkgestemden.

Een kwestie van obsessie

Toegang krijgen tot deze Bitcoin Wednesday is lastig. De meet-up wordt maandelijks georganiseerd, altijd op een andere plaats, die vaak tot het laatste moment geheim wordt gehouden. Kaartjes kan je alleen kopen met bitcoin. Bij de deur wordt je transaction ID gecheckt: je crypto-betaalbewijs.

In de voormalige kerk in Amsterdam Oost die deze woensdag onderdak biedt aan de crypto-avond is de sfeer studentikoos: veel jonge handelaren met lange baarden lopen door elkaar heen, biertje in de hand, bezoekers staan in groepjes met hun telefoon of smartwatch voor zich uit elkaars wallets te vergelijken, iemand probeert een beamer aan de praat te krijgen voor een presentatie. Op het balkon staat een geïmproviseerde bar: een tafel met daarop speciaalbier, water en sap, aangeduid met een A4’tje waar met stift BAR op is geschreven.

De snelle mannen van de effectenbeurs maken plaats voor de nerds: coders, miners, tech-miljonairs.

Met de opkomst van crypto currencies is niet alleen het economische systeem veranderd, maar ook het soort mensen dat er baat bij heeft. De snelle mannen van de effectenbeurs maken plaats voor de nerds: coders, miners, tech-miljonairs. Rijk worden is niet meer een kwestie van geluk hebben of heel hard werken; eerder een kwestie van obsessie. De nieuwe generatie aan­delenhandelaars staart de hele dag naar statistieken, naar de op en neer gaande bewegingen van bitcoin, litecoin, ethereum, ripple, dash. En ’s nachts dromen ze ervan.

Virtueel miljonair

Het is vreemd te bedenken dat een groot deel van de aanwezigen op de Bitcoin Wednesday ontzettend veel geld heeft. Vrijwel niemand ziet er rijk uit – behalve misschien die fiscalist van Baker & McKenzie. Neem bijvoorbeeld Robin. Als je hem zo ziet zitten in het publiek – zwarte hoodie, simpele spijkerbroek, Eastpack naast zich op de grond, ook zwart – zou je nooit zeggen dat hij virtueel miljonair is. Toch is het zo, zegt hij met zachte stem, alsof hij bang is afgeluisterd te worden. Hij pakt zijn telefoon uit zijn zak om te laten zien hoe hij te werk gaat. Met een app verhandelt hij voor zo’n 100.000 euro aan cryptomunten. De dag begint met het checken van zijn portfolio op zijn computer. Wat is er gestegen, wat is er gedaald? Hij pakt er online statistieken bij, probeert te voorspellen of iets gaat dalen of stijgen. Hij houdt Twitter, Reddit, Slack, WhatsApp en Telegram nauwlettend in de gaten: zodra iemand iets positiefs zegt over een munt, moet je die snel kopen – voordat alle anderen het doen.

En nee, deze ton is geen onderdeel van het miljoen dat hij verdiend heeft, dit is speelgeld. De rest van zijn digitale cryptomunten ligt in een vergrendelde harde schijf in een kluis, ergens, geheim.

Robin is 22 jaar en altijd al gefascineerd geweest door geld en door rijk zijn, vertelde hij een paar weken eerder in een café in Utrecht. Als kind keek hij naar programma’s op Veronica waarin mensen in de PC Hooftstraat werden geïnterviewd. Hoe komt u aan die mooie auto, vroeg de presentator. En dan zeiden die mannen altijd: aandelen. Toen hij nog thuis woonde in Emmeloord werkte Robin elk weekend als vakkenvuller in de plaatselijke supermarkt. Vijfduizend euro spaarde hij bij elkaar, om aandelen mee te kopen. Maar afgelopen zomer stopte hij het allemaal in crypto’s – daar zou hij veel meer rendement uit halen, dacht hij. En Robin kreeg gelijk. Straks gaat hij naar de Audi-dealer, kijken naar een nieuwe RS6 voor hem en zijn vriendin.

Gister verdiende Robin ongeveer 10.000 euro. ‘Dat is voor mij een slechte dag. Ik heb ook weleens 150.000 gehad. Daarna valt alles eigenlijk tegen.’

Robin weet nu wat het met je doet om in heel korte tijd heel veel geld te verdienen. ‘Het is lastig om nog blij te worden van een winst als je weet dat die tien keer hoger had kunnen zijn.’

Gister verdiende Robin ongeveer 10.000 euro. ‘Dat is voor mij een slechte dag. Ik heb ook weleens 150.000 gehad. Daarna valt alles eigenlijk tegen.’ Ja, het is wel een beetje een leeg gevoel dat je overhoudt aan dat crypto-handelen, geeft hij toe. ‘Enerzijds denk je steeds: meer, meer, meer. Maar als je dan dus meer hebt, ben je helemaal niet blij.’ Natuurlijk heeft Robin ook weleens echte tegenvallers gehad: posities die enorm kelderden, soms wel met 80 procent. ‘Eigenlijk had ik dan altijd te weinig research gedaan,’ zegt hij. ‘Dan ging ik mee in een hype. Luisterde ik naar wat mensen riepen in een appgroep.’ Maar ook daar is hij gelaten over: ‘Hoort erbij.’

Extreem gestrest

Ondertussen is Robins leven eigenlijk nauwelijks veranderd sinds hij dat miljoen bij elkaar handelde. Hij woont nog steeds in een huurwoning met zijn vriendin. Die kost hem 450 euro in de maand, waarvan 250 vergoed door de huurtoeslag – zoals veel anderen heeft Robin zijn vermogen in crypto niet aangegeven bij de Belastingdienst. ‘De maximale boete als je je vermogen niet doorgeeft, is in Nederland volgens mij tienduizend euro,’ zegt hij. ‘Als ze er ooit achter komen, betaal ik dat wel.’

Cryptohandelaren zien hun geld in rap tempo vijf, tien, of honderd keer meer waard worden, maar durven het nooit daadwerkelijk op te nemen. Want wat als het nog meer waard wordt?

Het geld van de huurtoeslag gaat elke maand linea recta naar de crypto’s. Verder is Robin nog steeds bezig met zijn HBO technische bedrijfskunde, al gaat hij nooit naar de colleges. ‘Ik lees gewoon voor elk tentamen de samenvattingen even door.’ Hij werkt daarnaast als controleur bij Tesla, een bedrijf waar hij vroeger altijd van droomde. ‘Maar nu ik er werk, valt het best wel tegen,’ zegt hij. ‘Het is eigenlijk gewoon saai werk, checken of die auto’s goed zijn. En ik dacht dat ik daar tussen de Elon Musks zou staan, maar het zijn gewoon normale mensen.’

Toch wil Robin, ondanks zijn vermogen, gewoon twee dagen per week blijven werken. ‘Met dat geld betaal ik de huur en de boodschappen.’ Alleen al het idee om crypto op te moeten nemen, maakt hem ‘extreem gestrest’, zegt hij.

Cryptohandelaren zitten wat dat betreft in een uiterst ongemakkelijke positie: ze zien hun geld in rap tempo vijf, tien, of honderd keer meer waard worden, maar durven nooit uit te stappen en het daadwerkelijk op te nemen. Want wat als het nog meer waard wordt? ‘Het is totale FOMO,’ zegt Robin, fear of missing out. ‘Mijn vriendin moet me echt vertellen dat het niet erg is om af en toe een beetje te cashen. Dat het niet erg is om op die manier wat winst mis te lopen. Want ja, wat hebben we anders aan al dat cryptogeld?’ Die Audi was ook het idee van zijn vriendin. ‘Zij moet er mee naar haar werk.’

Crypto

‘Shit, shit, shit’

Bitcoin Wednesday is niet alleen een plek waar handelaren elkaar ontmoeten. Er zijn ook mensen die een nieuw cryptoproject beginnen en een presentatie geven, afgewisseld door bier- en rookpauzes. Als het even saai wordt op het podium, pakt iedereen – maar dan ook echt iedereen – zijn mobiel of tablet erbij om Telegram of Slack te lezen, naar Reddit te staren of online te schaken.

‘Shit,’ roept Albert (30), als NapoleonX, een Franse ICO, begint aan een presentatie. ICO staat voor initial coin offering: een crowd funding waarbij je in ruil voor je investering een aandeel krijgt in de nieuwe cryptomunt. Grote currencies als Ethereum begonnen ook als ICO – potentieel is vroeg instappen een enorme winstpakker. Je hebt overigens ook ICO’s die een paar miljoen ophalen en vervolgens van de radar verdwijnen. In de brief die minister Wopke Hoekstra (Financiën, CDA) deze maand naar de Eerste en Tweede Kamer stuurde, pleit hij niet verrassend voor meer toezicht op deze ICO’s, en voor investeerdersbescherming vergelijkbaar met een normale beursgang.

‘Shit, shit, shit,’ foetert Albert verder, nu meer in zichzelf, ‘die kreeg ik gister dus als tip door in een geheime groep.’ Hij staat in de rij voor een biertje en scrolt op zijn telefoon in het groepsgesprek naar beneden. ‘Zie je, daar staat het. NapoleonX. Fuck.’

Wie echt een high roller wil worden, kan zich aanmelden voor crypto-chatgroepen die meer dan duizend euro per maand kosten. Duur, ja. Maar de tips zijn dan ook goud waard.

Geheime groepen zoals die van Albert zijn een antwoord op de vele duizenden crypto-chatgroepen op Slack en Telegram waarin het overgrote deel van de tijd maar wat wordt geroepen. De geheime groepen kosten je een paar tientjes per maand – in bitcoin – maar de informatie is ook veel interessanter. Hier worden constant tips gedeeld over munten en ICO’s. Als er een samenwerking aan zit te komen met een grote currency bijvoorbeeld, of een belangrijk interview in een groot medium. Een ICO als NapoleonX kan laten weten dat ze de dag erna op Bitcoin Wednesday zullen staan – waardoor de aandacht flink vergroot zal worden en de populariteit van de nieuwe munt omhoog zal gaan.

Wie echt een high roller wil worden, kan zich aanmelden voor groepen die meer dan duizend euro per maand kosten. Duur, ja. Maar de tips zijn dan ook goud waard. ‘Mijn baas is bij zo’n groep gegaan,’ zegt Albert. ‘Hij heeft er absoluut geen spijt van.’

Digitaal Wilde Westen

Ja, je zou kunnen zeggen dat dit handelen met voorkennis is. De afwezigheid van duidelijke AFM-regelgeving maakt crypto op dit moment omstreden en risicovol, maar ook des te interessanter. Het is een digitaal Wilde Westen waarin alles kan. ‘Vorige week kreeg ik nog een mail van een bevriende Amerikaan met een ICO,’ vertelt Albert. ‘Die vertelde dat hij de dag erop bekend zou maken dat hij ging samenwerken met Bitcoincash’ – een grote, snel stijgende cryptocurrency. Dus Albert snel munten kopen bij die ICO, natuurlijk. ‘Volgende dag…,’ Albert beweegt zijn hand van linksonder naar rechtsboven. ‘Vavoom!

Vraag een crypto-investeerder als Albert wanneer hij zijn eerste bitcoin kocht, en hij weet het je heel precies te vertellen. Het was in 2015, vertelt hij. Hij werkte bij een IT-bedrijf en kreeg de baas van de – destijds – kleine en onbekende blockchain-startup DigiByte op bezoek. Zijn opdracht was die man een beetje te vermaken: de wallen op in Amsterdam, langs de hoeren en de coffeeshops. In café Casablanca vertelde die man hem na een paar biertjes over bitcoin, en over hoe DigiByte náást bitcoin een tweede grote cryptocurrency wilde worden. Een once in a lifetime investering om nu in te stappen, zei hij. En Albert dacht: waarom niet. Hij maakte een digitale wallet aan, kocht wat bitcoin en DigiByte, en keek er vervolgens niet meer naar om. Nog geen jaar later was zijn investering tien keer over de kop gegaan. ‘Dan is je interesse wel gewekt, zeg maar.’

Toen ze begonnen, wilden ze binnen een jaar 70 procent winst behalen. Het werd meer dan 1.000 procent.

En niet alleen die van Albert: zijn vrienden gingen ook steeds meer vragen stellen over dat digitale geld van hem. Niet veel later, in 2016, kwam hij samen met zijn baas bij het IT-bedrijf op het idee om een klein investeerdersfonds te starten. Laagdrempelig investeren in crypto, met relatief lage startbedragen, in eerste instantie alleen voor vrienden en familie.

Ze bieden klanten een pakketje altcoins aan – grofweg zijn dat alle cryptocurrencies behalve bitcoin – en handelen daarmee om de winst te maximaliseren. Toen ze begonnen, was hun doelstelling al belachelijk optimistisch, zegt Albert: binnen een jaar wilden ze 70 procent winst behalen. Het werd meer dan 1.000 procent. ‘Een vriend uit mijn voetbalteam stapte als eerste in met 10.000 euro,’ vertelt Albert. ‘Dat is nu 150.000.’

HODL, hoe dan ook

Net als Robin voelt Albert er weinig voor om zijn kapitaal in crypto’s te verpesten door er dingen van te gaan kopen. Hij heeft zelf vrienden die zijn uitgestapt bij een rendement van 100 procent, ‘die wilden dan een huis kopen, of zo’. Als ze nog even hadden gewacht, hadden ze zo 500 procent kunnen pakken, of nog meer. ‘Daar lopen ze nog wekelijks over te bitchen.’

Hij had ook twee maten die eind 2016 samen investeerden in bitcoin: allebei 180 euro. Een jaar later was dat 40.000 euro geworden. ‘Toen wilde een van hen eruit, maar de ander niet.’ Dus die ene verkoopt, de ander blijft zitten. Ging de bitcoin daarna natuurlijk nog eens vijf keer over de kop. ‘Die twee praten niet meer met elkaar.’

Albert wil eigenlijk met zijn vriendin naar Japan, maar durft geen crypto te cashen om tickets te kopen.

Alberts devies is daarom HODL, hoe dan ook. HODL is cryptotaal voor ‘blijven zitten’, een afkorting van Hold On for Dear Life. Hij wil eigenlijk met zijn vriendin naar Japan, maar durft steeds geen crypto te cashen om tickets te kopen. ‘Als ik daardoor iets misloop, lig ik daar nachten van wakker.’

Het is één dag na de eerste grote crypto­krach als Albert dit allemaal vertelt; 10 december; ook wel Red Webbing genoemd. De bitcoin zakte binnen een paar dagen van 20.000 naar 13.000 euro – en nam ongeveer alle andere digitale munten mee in zijn val. ‘Ik denk dat ik vannacht een dikke BMW armer ben geworden,’ zegt Albert. Zijn vriendin pissig natuurlijk. ‘Hadden we nou gister maar die tickets naar Japan geboekt,’ praat Albert haar na. Hij haalt zijn schouders op. ‘Stijgt wel weer.’

Het is niet moeilijk voor Albert om, zelfs met deze dip, positief te blijven: de afgelopen paar jaar heeft hij een winst gemaakt van boven de 1.000 procent. In het begin speelde hij nog weleens paniekvoetbal en verkocht hij tijdens zo’n daling snel wat munten. ‘Als ik dat niet had gedaan, was ik nu zeker twee keer zo rijk geweest.’ Hij herhaalt het nog maar eens: HODL, HODL, HODL. Miljonair is hij nog niet, zegt Albert. ‘Misschien de volgende keer als we elkaar spreken.’ Zijn doel: niet meer hoeven werken, alleen nog maar crypto traden. En dat lijkt te lukken. Binnenkort hoopt hij, samen met zijn baas, hun investeerdersfonds te openen voor particulieren buiten hun eigen kring – met jaarlijks 10 procent winstaandeel voor henzelf, in crypto.

Uit het niets een paar ton

Naast het handelen met voorkennis zorgt de afwezigheid van een duidelijke AFM-regelgeving ervoor dat het opnemen van cryptoinkomsten vaak behoorlijk lastig kan zijn. Zeker als je niet al je cryptovermogen netjes hebt aangegeven, zoals Robin: wie uit het niets een paar ton bijschrijft op zijn bankrekening, krijgt de FIOD aan de deur. De Belastingdienst schaart bezit van cryptocurrencies op dit moment onder de inkomstenbelasting, box 3. Maar zie maar eens te controleren hoeveel bitcoins en ethereum iemand daadwerkelijk heeft. Niet vreemd dus dat minister Hoekstra ook in wil zetten op verscherpt toezicht van het verkeer tussen de digitale wallet en de ‘normale’ bankrekening: wat hem betreft gaan de wallets onder de anti-witwasrichtlijnen vallen.

Als vrienden geld willen opnemen uit het fonds, adviseert Albert ze vaak om het in plukjes te doen: steeds een paar duizend euro overmaken naar je rekening, daar is weinig verdachts aan.

Het fonds van Albert en zijn baas is op dit moment niet geregistreerd bij de AFM. Ze geven wel elk kwartaal netjes bij de Belastingdienst op hoeveel omzet ze hebben gedraaid. ‘Maar of onze investeerders het zelf dan ook aangeven, dat weet ik natuurlijk niet,’ zegt Albert. Als vrienden geld willen opnemen uit het fonds, adviseert Albert ze vaak om het in plukjes te doen: steeds een paar duizend euro overmaken naar je rekening, daar is weinig verdachts aan. Hij kent een gast die zo een half jaar bezig is geweest: hij nam tweeduizend euro per dag op, maar verdiende dat steeds weer terug in zijn wallet.

Crypto

Crypto analyseren

Er zijn ook investeerders die zich wel iets aantrekken van de regelgeving van de AFM. Cyber Capital bijvoorbeeld, een crypto-fonds dat begin dit jaar een kantoor opende aan de Amsterdamse Herengracht. Oprichters Boudewijn Rooseboom en Justin Bons zijn vanavond op Bitcoin Wednesday bezig een banner op te zetten met hun logo: ze sponsoren de bijeenkomst. Op het eerste gezicht vormen ze een uitzonderlijk duo. Rooseboom is het type snelle zakenman: driedagenbaartje, goed overhemd, vlotte babbel. Bons is dan weer het klassieke voorbeeld van de superslimme nerd: hij praat over crypto en blockchain zoals anderen over de dagelijkse boodschappen en draagt een T-shirt met het iconische masker van ‘hacktivisten’-groep Anonymous erop. Als je ze zo samen ziet staan, vraag je je af hoe deze twee mensen elkaar ooit tegen het lijf zijn gelopen.

Dat was drie jaar geleden, vertellen ze, ook op Bitcoin Wednesday. Rooseboom had net een woningbouwproject afgerond in Brazilië, Bons was sinds een jaar of twee bezig met minen en handelen in crypto. Hij liet Rooseboom zijn portfolio zien, en vertelde hem zijn winst: 100 procent. ‘Dude,’ zei Rooseboom. ‘Zo veel geld wil iedereen wel verdienen.’

Het fonds heeft nu vijftig klanten en een waarde van zo’n 25 miljoen. De winst van de afgelopen anderhalf jaar: 7.600 procent.

Niet veel later begonnen ze hun fonds. Rooseboom regelt alle operationele en juridische zaken, Bons focust zich op wat hij het beste kan: crypto analyseren. Cyber Capital doet niet aan traden, maar beheert een crypto-portefeuille met ongeveer honderd verschillende munten. ‘We gaan vooral voor de langetermijnwinst,’ legt Bons uit.

Het fonds heeft nu vijftig klanten en een waarde van zo’n 25 miljoen. De winst van de afgelopen anderhalf jaar: 7.600 procent. ‘En ik was dus al verbaasd over die 100 procent,’ zegt Rooseboom.

Door, door, door

Het is begin januari als Rooseboom en Bons in hun nieuwe, nog vrijwel lege kantoor vertellen over de mogelijkheid om een vergunning aan te vragen bij de AFM. Ze zijn op dit moment wel geregistreerd bij de toezichthouder als beleggingsfonds, maar zitten daarom aan een limiet van 100 miljoen fondsgrootte. ‘En als het zo doorgaat…,’ zegt Rooseboom.

Probleem is: de crypto is snel, en de regelgeving langzaam. ‘Als we nu een vergunning aanvragen, kost dat zeker twee jaar en een hele hoop gedoe,’ zegt Rooseboom. Ondertussen wil Cyber Capital doorgroeien: er hebben zich al meer dan duizend belangstellenden gemeld. Het minimale instapbedrag is 100.000 euro, Cyber Capital incasseert 20 procent van de winst. ‘We hebben nu nog een voorsprong op de rest,’ zegt Rooseboom, die claimt dat Cyber Captial ‘een van de meest winstgevende cryptofondsen ter wereld’ is. ‘We willen op dat niveau blijven.’

Het liefst zou Cyber Capital in Nederland blijven, maar als het te ingewikkeld wordt met de regelgeving, zullen ze gaan kijken naar alternatieven in het buitenland. Rooseboom en Bons willen door, door, door.

Veel van die piepjonge gastjes met Rolexen begrijpen nauwelijks wat ze nou eigenlijk kopen en verkopen.

Maar om te groeien heeft Cyber Capital meer mensen nodig zoals Bons: mensen die dag en nacht bezig zijn met het analyseren van digitale valuta. Ook daarom gaat het duo nog vrijwel maandelijks naar Bitcoin Wednesday: om te scouten. Hier komen genoeg jongens met een gezonde – of ongezonde – obsessie voor crypto. ‘Maar je ziet er ook een hoop tussen zitten die vooral heel snel geld willen verdienen,’ zegt Bons. ‘Van die piepjonge gastjes met Rolexen.’ Veel van hen begrijpen eigenlijk nauwelijks wat ze nou eigenlijk kopen en verkopen. ‘Die zeggen dan: ik hou van de blockchain-technologie, maar niet van cryptovaluta.’ Bons schudt zijn hoofd. ‘Je hebt natuurlijk wel een token nodig om een functionele blockchain te creëren.’

Geloven in crypto

Inderdaad lopen er vanavond, tussen de hardcore nerds, ook jongens rond die je eerder in een voetbalstadion zou verwachten. Opgeschoten jongens van een jaar of 18 in gewatteerde jacks, met dikke horloges en smetteloze sneakers. Ze zitten ongeduldig voetbal te kijken op hun iPhones. ‘Wanneer komen de tips?’ vraagt een van hen zich hardop af. ‘Wat moet ik kopen?’

Bitcoin Wednesday is meer een samenkomst van mensen die allemaal heel erg geloven in crypto dan een informatiebeurs voor nieuwe investeerders.

Helaas voor hem: die komen niet. Bitcoin Wednesday is meer een samenkomst van mensen die allemaal heel erg geloven in crypto dan een informatiebeurs voor nieuwe investeerders. De jongens in de zaal stellen aan de lopende band kritische vragen aan de sprekers. Hoe zit het met de beveiliging van die nieuwe munt? Wat voor projecten worden er gerealiseerd met de opbrengst van de ICO? Waarom willen jullie zakendoen met de overheid? Een throwbox-microfoon wordt door de zaal hooggehouden zodat iedereen zijn vraag kan stellen. Een ICO die bonussen uitlooft aan mensen die vroeg instappen, wordt uitgefloten. Crypto gaat niet zozeer om geld verdienen, is het idee hier, maar vooral om de wereld veranderen. Breaking the banks. Changing the world with our wallets. 

Iets van 30K

Ja, je zou het tussen al het nieuws over stijgingen en dalingen in de cryptomarkt inderdaad bijna vergeten, maar de bitcoin is in 2009 gelanceerd als middel tegen het systeem waarin banken het geld beheren – een systeem dat tijdens de kredietcrisis de jaren daarvoor had bewezen allesbehalve onfeilbaar te zijn. De nog altijd onbekende persoon of groep achter de schuilnaam Satoshi Nakamoto bedacht daarom de bitcoin: een rechtstreekse manier van betalen, om de banken heen, via blockchain-technologie.

‘Iedereen wil nu instappen, maar niemand weet echt waarom. Niemand begrijpt het idee achter crypto: een vuist maken tegen banken en de overheid.’

‘Die hele cryptomarkt is zo’n hype nu,’ zeggen twee jongens die eruitzien als studenten aan Oxford of Cambridge – button down-overhemden, lamswollen truien – tijdens de pauze. ‘Iedereen wil nu instappen, maar niemand weet echt waarom. Niemand begrijpt het idee achter crypto: een vuist maken tegen banken en de overheid, een eigen muntsysteem creëren dat iedereen kan gebruiken, zonder inmenging van instanties.’

Hoeveel hebben zijzelf hebben verdiend, de afgelopen maanden? ‘Iets van 30K,’ zegt de een, en de ander: ‘Ook zoiets.’

De vraag is natuurlijk of hun idealisme voor of na die winst kwam.

Een gloednieuwe Audi

Het is inmiddels eind februari als Robin een gloednieuwe, matgrijze Audi voor zijn deur parkeert. Vorige week gekocht, zegt hij, de velgen blinken in de zon. Is hij niet bang dat de Belastingdienst straks op de stoep zal staan, na zo’n grote uitgave? ‘Nee hoor,’ zegt hij. ‘Zolang je onder de dertigduizend blijft, zit je wel safe.’ Daarom heeft hij de auto met twee verschillende rekeningnummers gekocht; die van hemzelf en die van zijn vriendin.

‘Zo’n elektrische grasmaaier die automatisch door de tuin rijdt. Dat lijkt me echt vet. Net als in het huis van Iron Man; daar is ook alles automatisch.’

Robin heeft de afgelopen maanden wel een andere kijk op rijk worden gekregen, geeft hij toe. Toen hij klein was, wilde hij altijd voor zijn dertigste miljonair worden. ‘Dat was mijn grote doel.’ Maar dat is hij dus al. Het doel is daarom bijgesteld: voor zijn dertigste 10 miljoen. Gaat dat lukken? ‘Ik weet niet, misschien,’ zegt hij emotieloos. En wat gaat hij nog meer kopen, dan? ‘Geen idee. Mijn vriendin wil graag een groot huis. In Huizen, liefst. Daar komt ze vandaan.’ Robin ziet het nog niet zo erg zitten: huizen zijn saaie investeringen, met veel minder snel rendement dan de crypto’s. En bedenk eens hoeveel je ervoor zou moeten cashen.

Maar als ze daar dan eenmaal zouden wonen, zou hij een elektrische grasmaaier wel tof vinden. ‘Zo een die automatisch door de tuin rijdt. Dat lijkt me echt vet. Net als in het huis van Iron Man; daar is ook alles automatisch.’

Robin merkt wel dat mensen hem anders zijn gaan behandelen de laatste tijd. ‘Als ik met vrienden in het café zit, zeggen ze weleens: betaal jij even?’ Irritant, vindt hij. ‘Die kennen duidelijk de waarde van geld niet.’ Wie rijk wil worden, echt rijk, moet juist weinig uitgeven, denkt Robin. Echt niet dat hij nu ineens rondjes gaat geven op vrijdagmiddag. Naar zijn werk neemt hij ook gewoon zijn eigen boterhammen mee. ‘Waarom zou ik zes euro gaan uitgeven aan een lunch?’ Die Audi was echt een splurge, zegt hij, en als de koersen omhoog gaan, heeft hij er dikke FOMO van.

Voorlopig gaat hij weer even terug naar zijn normale leven: ’s avonds thuis zelfgemaakte maaltijden eten; boodschappen bij een goedkope supermarkt. Sommige vrienden van hem, die ook wat crypto hebben, zijn zodra ze winst gingen maken ineens elke avond Thuisbezorgd gaan bestellen. ‘Serieus, hoe de fuck wil je dan rijk worden?’

Bang voor hackers en belasting

Twee mensen die voor dit artikel geïnterviewd zijn, Albert en Robin, willen niet met hun achternaam worden vermeld. Dat heeft twee redenen: enerzijds zijn ze bang een ‘target’ te worden voor hackers die uit zijn op hun digitale geld. Anderzijds zien ze het ook niet zitten om – zoals Albert het zegt – ‘extra aandacht te krijgen van de Belastingdienst’.

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) kan cryptovaluta niet verbieden, maar waarschuwt wel voor de risico’s die investeren in cryptocurrencies en ICO’s met zich meebrengt. De Belastingdienst laat in een reactie weten dat minister Hoekstra binnenkort een duidelijk standpunt zal innemen over de regelgeving rond handelen in cryptovaluta. Verder is de maximale boete voor het niet opgeven box 3-inkomen niet 10.000 euro, zoals Robin beweert, maar 300 procent van de verschuldigde belasting.

Over de auteur

Dit is de eerste keer dat Doortje Smithuijsen voor Vrij Nederland schrijft. Doortje (1992) bestudeert moderne mensen: wie ze zijn en hoe ze leven. Ze studeerde filosofie en maakt als freelance journalist reportages en interviews. Vaak voor NRC Handelsblad, maar ook voor media als de Volkskrant en De Standaard.