De vaginadialogen van Diderot

07-06-2008
Carel Peeters

Een van de lemma’s die Diderot zelf schreef voor zijn vermaarde Encyclopédie was dat over jouissance, genot. Is er iets mooiers, schrijft hij in het meervoud, dan een wezen dat hetzelfde denkt en voelt als wijzelf? Een die dezelfde gedachten heeft, die dezelfde warmte en opwinding ondergaat? En die je haar tedere en delicate armen aanbiedt om je te omhelzen en te strelen? Nee.

Diderot wist waar hij het over had. De brieven aan zijn geliefde Sophie Volland (met wie hij vanaf 1755 twintig jaar een verhouding had) zijn geschreven door iemand die weet dat alles moet uitmonden in jouissance: al het schrijven, alle filosofie, alle moeite is niet voor niets geweest wanneer wederzijds genot er de kroon op zet. Dit was geen mooipraterij, want de liefde voor Sophie Volland moest grotendeels epistolair geconsumeerd worden, omdat haar moeder haar van (de getrouwde) Diderot probeerde weg te houden en om die reden met Sophie ergens ver weg...