Humor en politiek

Ondanks de ernstige aanleiding van het debat (het falende crisisbeleid van het kabinet-Rutte II) ontspon zich op 5 maart jongstleden in de Tweede Kamer een levendige woordenwisseling over het onderwerp humor. Belangrijkste deelnemers daaraan waren de eeuwige tegenpolen Geert Wilders (PVV) en Alexander Pechtold (D66). Wilders stond op het spreekgestoelte en stak een tirade af tegen het kabinet dat het land kapotbezuinigde en de Kunduz-partijen die krokodillentranen huilden. Pechtold zei dat de ‘grote wegloper uit het Catshuis’ beter een toontje lager kon zingen. Wilders beet terug: ‘Wij zijn niet de partij die overal maar altijd aanschuift, zoals D66. Samen met uw collega’s van de oppositie staat u boven aan het bangalijstje van het kabinet en voor twee breezertjes helpt u het kabinet aan een meerderheid. Dat is wat D66 doet: uw ziel verkopen voor een beetje extra beltegoed.’

Hilariteit in de vergaderzaal. Pechtold, aan de interruptiemicrofoon: ‘Ik stel...