Diego Carrasco

Voor Ernestina van de Noort is flamenco ’therapie’. En de muziek van Diego Carrasco in het bijzonder. Hoe gestresster ze wordt van het organiseren van de aankomende Flamenco Biënnale, des te vaker, en harder, draait ze de rauwe klanken van deze ‘flamencolibertijn’. ‘Het werkt bij mij als een antidepressivum,’ zegt de hispaniste.

En dat kon Van de Noort wel gebruiken, want het heeft flink wat voeten in de aarde om een man als Carrasco te bewegen naar Nederland te komen. Een kwestie van jaren; zijn concerten bezoeken, een persoonlijke ontmoeting hier en daar, langsgaan in zijn woonplaats Jerez de la Frontera in Spanje. Kortom: vertrouwen winnen. Inmiddels is ze ‘binnen’, zegt ze niet zonder trots, en mag ze zich een ‘prima’ (nichtje) noemen van deze roemruchte zigeunerfamilie.

Vandaar ook dat ze van oor tot oor straalt als Carrasco en zijn gezelschap het podium van het Amsterdamse Bimhuis betreden. Ze zijn even over, bij wijze van voorschot op de Biënnale, voor een...