Om deze foto gaat het. Hier is het al jaren om te doen. Er zijn mensen die er schande van spreken: wat dáchten die mensen toen? De een zegt: ’t is een exempel, van verwend en wereldvreemd. De ander zegt: jawel, zo is de Amerikaan, bezig alweer met the move on. Weer een ander ziet troost van vreemden, warmte bij elkaar.

Maar, we waren in shock!, reageerde de man met de zonnebril rechts, toen fotograaf Thomas Hoepker pas in 2006 de foto publiceerde.

Hoepker = Brueghel. Zijn foto is een raadsel. Het beeld beroert de eenentwintigste-eeuwse meningenmens zoals Brueghels Val van Icarus al eeuwenlang dichtershoofden roert. Over de voortploegende boer op de voorgrond in dat schilderij dichtte Albert Verwey: ‘De landman snijdt de voor:/ Hij heeft voor ’t plassende geplons geen oor.’

Had de man met de zonnebril maar bij toeval Judith Herzbergs gedicht gelezen! Bij haar denkt de boer: ‘Wat kan ik beter doen dan niets,/ dan niet bewegen. Zelfs het geringste/ opslaan van een oog haalt...