Daar stond ie, een kleine gestalte op het gigantische podium, achteloos geleund tegen het katheder: oud-premier Piet de Jong, vijfennegentig jaar oud. Alleen al zijn entree – hij werd door drie mensen het trapje op geholpen – bracht op het CDA-congres groot applaus te weeg. Maar toen de oud-onderzeebootkapitein tijdens zijn verhaal opeens onverwacht hard uithaalde naar Wouter Bos, klonk er een donderende ovatie.

Zelfs de CDA-spindoctors terzijde van het podium, die zich hadden ingesteld op een vriendelijke improvisatie door de voormalige minister-president, wisten niet wat ze meemaakten.

De PvdA-leider had als eerste stuurman het Schip van Staat moedwillig laten stranden, betoogde De Jong, in zijn vertrouwde nautische beeldspraak. ‘Zelden heb ik zoiets gemeens, achterbaks meegemaakt’. Zijn woorden haalden prompt de journaals. Maar eigenlijk was een volgende uitspraak van de marineman veelzeggender: ‘Job Cohen kon er niets aan doen, die wist niet in wat voor vuilnisbelt hij...