Kunst

Er is veel te zien op de ijsgezichten met schaatsende en flanerende figuren van Hendrick Avercamp (1585-1634), maar het detail dat ervoor zorgt dat je je meteen overgeeft, is het opgetilde linker- of rechterbeen van de schaatsers. Dat verleent een onbekommerde zwier aan de schaatser en aan de rest van het schilderij. Dat been zoekt even het luchtruim, als een zwaai van een arm. Het drukt een genoeglijke stemming uit, helemaal als de schaatser ook nog zijn handen op zijn rug heeft.

Er zullen veel gezichten met de neus vlak op de schilderijen te zien zijn op de tentoonstelling IJspret in het Rijksmuseum. Na gegrepen te zijn door de fris-knisperende atmosfeer van de schilderijen vragen Avercamps talrijke details de aandacht. Op de twintig levendig gecomponeerde schilderijen en tweeëndertig tekeningen worden spelletjes gedaan, er wordt handel gedreven, gevist, gevreeën, gekonkeld, gewandeld, gegolfd en van de koek-en-zopie genoten. Het is Hollands idyllisch. De zorgeloosheid...