Het lezen van ‘Kleine filosofie van het wonder’ van de Nederlands-Amerikaanse filosoof Hent de Vries is als alsof je een vreemd pakhuis binnengaat. Hier wordt op een manier gedacht die je niet vaak tegenkomt: wat te denken van de suggestie dat wonderen, wondergeloof en wonderdoeners ‘eminent moderne fenomenen’ zijn?

Er hoeft niet omheen gedraaid te worden: de Kleine filosofie van het wonder van Hent de Vries brengt in de praktijk wat de titel belooft: hier wordt een theorie van het wonder ontwikkeld die zelf tot de categorie wonderen behoort. Het is rationele idiotie. Ook al gaat het over wonderen, De Vries, directeur van het Humanities Center van de John Hopkins Universiteit in Baltimore, denkt niet op een buiten de werkelijkheid staande manier. Hij gebruikt zowel de dagelijkse werkelijkheid als het filosofische en theologische oeuvre van onder andere Augustinus, Wittgenstein, David Hume, en Avicenna. Met Kleine filosofie van het wonder begeef je je in een vreemd pakhuis...