De oude Opland en de jonge Oppenheimer, politieke tekenaars uit twee tijdperken, die samen de polonaise lopen. Er moeten bewegende beelden van zijn, maar Ruben L. Oppenheimer (1975) kan de dvd even niet terugvinden. ‘Opland vond het fascinerend hoe het carnaval Mestreech drie dagen in zijn ban hield, dan kwam hij hier logeren en dan ging het los.’ De tekenaar die met zijn barokke politieke taferelen generaties Groene– en Volkskrant-lezers in het linkse spoor hield, was in zijn vrije tijd een ‘heerlijk dominante, theatrale man’, volgens zijn veel jongere collega.

Hoewel Oppenheimer (1975) zijn toekomst als cartoonist destijds al zo’n beetje had uitgestippeld, zag hij Opland (pseudoniem van Rob Wout, 1928-2001) toch niet als zijn grote voorbeeld. ‘Hij was een icoon met een heel eigen stijl, maar dat was hij toen al ruim een halve eeuw en er zat weinig schot meer in.’ Precies zo zitten er nu jonge honden naar zíjn werk te kijken, denkt hij. ‘Ze willen aan de slag en...