Interview Ronald Plasterk

Wie op bezoek komt bij minister Plasterk, wordt meteen op de foto gezet. Door de minister zelf. ‘Kun je even op dat krukje gaan zitten?’ vraagt Plasterk dan, terwijl hij in een hoek van zijn werkkamer op het ministerie plaatsneemt achter zijn klassieke Hasselblad-camera. De dia’s van alle eerdere bezoekers heeft hij in stroken tegen het raam geplakt. ‘Over vier jaar hangt de hele ruit vol,’ grinnikt hij. ‘Al ben ik wel bang dat ze straks verbleken in de zon. Daar moet ik nog iets op verzinnen.’

Sinds vier maanden is Ronald Plasterk, voormalig ontwikkelingsbioloog, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Bij zijn aantreden werd hij verwelkomd als libertijns tegenwicht in een kabinet vol geharnaste mannenbroeders. Sindsdien gaat er geen dag voorbij of Plasterk verschijnt ergens in de media: gezeten op een reuzenstoel bij de opening van het Oerol-festival, biologieles gevend aan een vmbo-klas, soepel babbelend in de studio van Pauw &...