Gedachten op maandagochtend

Het wedstrijdje ‘wie bedenkt de beste oneliner tijdens het debat over het crisisakkoord’ werd, zoals verwacht, gewonnen door Geert Wilders. Dat was vooral te danken aan de theatrale – en dus mediagenieke – aanblik van de PVV-parlementariërs op weg naar de uitgang van de Tweede Kamer. Origineel was Wilders’ uitspraak niet: al in 1993 werd piet snot van stal gehaald om te wijzen op democratisch falen. Toen was het CDA-senator Ad Kaland die de totstandkoming van het WAO-compromis laakte. De coalitiedwang zorgde er volgens Kaland voor dat oppositiepartijen ‘er voor piet snot bijzitten’. En in 2001 sprak SP-Kamerlid Agnes Kant als reactie op de gang van zaken rond de wet voor het correctief referendum over een schijndebat. ‘We zitten hier voor piet snot,’ aldus Kant.

De uitspraak van CDA-fractievoorzitter Pieter van Geel over de ‘beperkte ruimte’ om het akkoord te veranderen was politiek gezien tamelijk onhandig, maar wel zo eerlijk. Hij verwoordde wat...