Yotam Ottolenghi en Sami Tamimi

‘Oh my god,’ roept Sybilla Kirkbride als ze achter in het restaurant haar held ziet zitten. ‘Ongelofelijk dat ik u hier zie! Mijn profeet! Ik heb een grote tuin vol met groente en elk gerecht uit uw boek heb ik al eens klaargemaakt.’ Yotam Ottolenghi (44, gympen, spijkerbroek) laat de complimenten over zich heen komen. Hij is het gewend. De rest van de dag zal hij vaker door gasten worden aangesproken. Met een glimlach haalt de chef-kok een pen tevoorschijn om kookboeken te signeren, het ene nog beduimelder dan het andere. ‘Die gevlekte boeken zie ik het liefste,’ zegt hij.

We zijn in Ottolenghi’s restaurant in Is­ling­ton, Noord-Londen. Zo eenvoudig als het interieur is (houten vloeren, witte muren, witte plafonds), zo kleurrijk zijn de gerechten. Op een brede toonbank staan aardewerken schalen met salades: geroosterde auberginesalade met feta-yoghurt, gegrilde broccoli (‘de koning van de Ottolenghi-jungle’) met chili en...