Aung San Suu Kyi staat in Birma niet langer op een moreel voetstuk. Maar zelfs voor kritische Birmezen is ze tijdens de verkiezingen vandaag de enige hoop op verandering.

Ah hman ta yar te ne do pawya hmar pe – we zullen de waarheid laten zegevieren,’ zei Aung San Suu Kyi toen in de vroege avond van 20 juli 1989 haar huisarrest inging. Nog even liep ze naar de overvalwagens om de gearresteerde jeugdleden van haar partij moed in te spreken. Daarna verdween ze als staatsvijand Nummer Een jarenlang uit beeld in het Birma van de junta.

Ik moet vaak aan die onverzettelijke woorden denken nu de 70-jarige oppositieleidster haar positie als symbool van morele moed heeft ingeruild voor een carrière als pragmatische politica. Die eerste rol ligt haar duidelijk heel wat beter dan de laatste.

Terecht voelen journalisten haar aan de tand over haar terughoudendheid om het geweld tegen de stateloze Rohingya’s en andere moslims te veroordelen, over het uitblijven van een doortimmerd...