De privatisering van DNA-onderzoek

Ruim vijfenzestig keer per week is het raak. Dan matcht een DNA-spoor van een plaats delict met een profiel van de mogelijke dader. Met dank aan de DNA-databank van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Daarin zitten inmiddels de unieke genetische gegevens van meer dan honderdduizend mensen, onder wie dieven, verkrachters en moordenaars.

Zo liep de huidige verdachte van de Puttense moordzaak in 2008 tegen de lamp. Een DNA-hit leidde er ook toe dat in 2010, zeventien jaar na dato, de moordenaar van Andrea Luten kon worden opgepakt. En vorig jaar werd door een match duidelijk wie de dood van het Limburgse ‘Rozenmeisje’ – een jonge Poolse vrouw – op zijn geweten heeft.

De databank groeit per dag. Naast persoonsprofielen bevat hij ook veertigduizend DNA-sporen, vastgesteld van sperma, speeksel of bloed afkomstig van de crime scene. En dat is slechts de kennis die binnen de landsgrenzen aanwezig is. Vanaf augustus kunnen ook nog eens alle...