In de laatste tien jaar van de negentiende eeuw werd Vincent van Gogh ontdekt, te beginnen in het jaar van zijn dood in 1890. Dat blijkt uit een bloemlezing uit de kunstkritieken die in die tijd verschenen in tijdschriften als De Nieuwe Gids, De Kroniek en De Amsterdammer.

Een paar maanden na de dood van Vincent van Gogh in 1890 organiseerde zijn broer Theo met behulp van Emile Bernard een tentoonstelling van zijn werk in zijn huis in Parijs. Een van de bezoekers uit Nederland was Frederik van Eeden, die naar Parijs was gegaan om de zieke en ingestorte Theo en zijn vrouw Jo Bonger bij te staan. Door dat bezoek werd Van Eeden de eerste die in Nederland uitvoerig over Van Gogh zou schrijven. Dat deed hij in 1891 in De Nieuwe Gids, het tijdschrift van de Tachtigers.

Van Eeden was ‘direct en forsch aangegrepen’ door Van Gogh, zoals hij schreef. Met ‘verrassende snelheid en hevigheid’ zetten de schilderijen zich in zijn hoofd vast, ‘zoodat ik de nabeelden van zijn stukken...