Interessant dat het Goede per definitie gekleineerd dient te worden, valt Stephan Sanders op. Uitkomst of resultaat doen er niet toe.

Een vriend is net terug van een kort bezoek aan Bratislava, sinds 1993 de hoofdstad van de republiek Slowakije. Mooie, historische binnenstad, klein, niet erg opwindend en hij heeft wel eens beter gegeten. Een goedmoedig, lauwwarm verhaal over een Midden-Europese stad. En precies het gebrek aan exotiek of, zo u wilt, het gewone van dit zakentripje tekent het wonder van 1989. Vriend kwam per ongeluk ook nog terecht in een demonstratie tegen de neonazi’s, die voor het eerst zetels hebben veroverd in het Slowaakse parlement. Om het netjes te zeggen: de utopie is daar niet ongebroken gebleven.

Toch: het wonder blijft, het heeft tijd gekost, vijfentwintig jaar, en dat zorgt ervoor dat het miraculeuze alweer bijna routine is geworden. Weekendje Bratislava of Krakau, what’s new? Maar het is wel degelijk nieuw, althans, voor 1989 lag het in het geheel niet voor de hand om voor een Europees congres af te spreken in wat toen nog het Oostblok heette. Ik snap dat we niet iedere dag de straat opgaan om dit mirakel te herdenken, maar de invoeging van al die stadjes en steden die vroeger achter het IJzeren Gordijn lagen binnen het grote Europese Midden: het blijft een van de operaties die de wereldgeschiedenis zal ingaan als adembenemend. Wij in Amsterdam en Parijs zuchten nog eens braaf en bestellen een espresso macchiato. Gelukkig doen ze dat tegenwoordig in Bratislava net zo.

Ik kreeg flink wat reacties op mijn column van vorige week, waarin ik me sterk maakte voor de ja-stem bij het komende referendum, juist vanwege de herinnering aan 1989. Adhesiebetuigingen, maar ook veel kritiek: iemand noemde me een ‘VN Gutmensch’, en dat leek mij weer een pleonasme. Wel interessant dat het Goede tegenwoordig per definitie gekleineerd dient te worden, nog los van uitkomst of resultaat. Hoe treurig is een cultuur waarin ‘Gutmensch’ als de ergste aantijging geldt.

Wat me ook opvalt: ik word steevast beleerd door mijn critici. Ik moet mijn huiswerk maken, me echt verdiepen in de geschiedenis van Oekraïne, van de NAVO, de afspraken die door die club systematisch zijn geschonden. Weet ik wel hoe verdeeld Oekraïne is, hoe corrupt, en hoe historisch gebonden aan Rusland? Driewerf ja. Moest ik kiezen tussen Turkije of Oekraïne als EU-nieuweling, en snel een beetje: ik zou de ene catastrofe niet kunnen afwegen tegenover de andere ramp. Maar het associatieverdrag gaat helemaal niet over de snelle toetreding tot de EU. De mogelijkheid wordt niet voor de eeuwigheid uitgesloten, nee, zoals ik blij ben dat we het voormalige Oost-Europa in de jaren zestig en zeventig ook niet hebben getroffen met een banvloek voor zeven generaties.

Feit blijft dat de grote meerderheid van de Oekraïners zelf dat associatieverdrag wil. Dit vinden de voorstanders van het ‘nee’ een onuitstaanbaar gegeven. Het Westen moet zich überhaupt niet bemoeien met het land, dat is NAVO-imperialisme (in het geval van Rusland heet zoiets gewoon burenhulp). Ik hoor ouderwets communistische stemmen in het nee-kamp, nieuwerwetse PVV- en Front National-kreten, ik hoor bezorgde burgers te Zwolle die het allemaal teveel wordt, te onoverzichtelijk. Een diffuus geluid, een kakofonie aan motivaties, maar over dat nee zijn ze het dan onderling eens, de conservatief, de neo-nationalist en de Nieuwe Internationale, die plotsklaps haar grenzen heeft ontdekt. Over onwaarschijnlijke associaties gesproken: Thierry Baudet als lijstduwer voor de SP? Zo’n verdrag met de Oekraïne lijkt dan appeltje, eitje.
Maar geografische ligging, collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog, geopolitieke overwegingen, de historische wortels van de Russisch Orthodoxe kerk, Slavische invloeden – het is en blijft allemaal reuze interessant. Maar waarom telt het in Oekraïne niet als burgers daar gebruikmaken van hetzelfde wondergoedje waarmee de nee-stemmers hier schermen: democratie.