Holleeder heeft de media ontdekt. Voor de rechtbank toonde hij zich al uitzonderlijk open. Nu spreekt hij ook met de pers. Vrij Nederland kreeg een belletje. ‘Ik kan er wel zes jaar over praten.’

‘Niemand heeft mij ooit gevraagd: wat is er aan de hand?’

Geen achterhoofd krijgt zoveel aandacht. Sinds 10 september staren rechtbankverslaggevers en misdaadjournalisten drie dagen per week naar de zwarte, al ietwat uitdunnende haardos van Willem Holleeder. Hier en daar kiert een zweempje grijs. De nek is mager, vaak bedekt door zijn rechterhand die dan zenuwachtig op en neer wrijft. Af en toe draait de verdachte zich om. Dan vorsen zijn donkere ogen de publieke tribune, die verscholen ligt achter centimeters dik glas. Zelden houdt hij een blik vast. Veel vrienden vermoedt de Neus waarschijnlijk niet, zeker niet onder het journaille. ‘Er is al zoveel onzin over me geschreven,’ horen we hem regelmatig verzuchten tegen de rechters.

De extra beveiligde rechtbank in Amsterdam,...