Loek Hermans stapt op als fractievoorzitter van de VVD in de Eerste Kamer. Per direct. Op 22 oktober 2011 boog Thijs Broer zich in Vrij Nederland over ‘de kwestie Hermans’: ‘Rechts met een knipoog.’

‘Zo, weer een rooie minder!’ roept Loek Hermans steevast wanneer hij een glas rode wijn achterover slaat. Het is typerend voor de stijl van de liberale politicus: joviaal, jongensachtig, rechts met een knipoog.

Loek Hermans stapt op als fractievoorzitter van de VVD in de Eerste Kamer. Per direct, na een vernietigend oordeel over zijn functioneren bij zorgorganisatie Meavita. Op 22 oktober 2011 boog Thijs Broer zich in Vrij Nederland over ‘de kwestie Hermans’.

Van de zomer ging het Hermans nog voor de wind. Als fractievoorzitter voor de VVD in de Eerste Kamer kon hij elke dag onbekommerd bellen met de premier. Ook zijn talrijke nevenfuncties leken op rolletjes te lopen. Totdat het NOS Journaal half september berichtte over het schrikbewind van bestuursvoorzitter Nurten Albayrak bij het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA). Albayrak zou niet alleen een ‘angstcultuur’ in de organisatie hebben veroorzaakt, maar had ook een salaris ruim boven de Balkenendenorm voor zichzelf bedongen. Aanvankelijk keerde de publieke woede in de media en op internet zich vooral tegen Albayrak zelf. Minister Leers gelastte prompt een onderzoek naar haar gedragingen. Maar de Tweede Kamer dwong hem het onderzoek te verbreden naar de toezichthouders, die de toestand kennelijk hadden laten ontsporen. Voorzitter van de Raad van Toezicht, tevens partijgenoot van de in opspraak geraakte bestuurder: Loek Hermans.

Opeens herinnerde menigeen zich het thuiszorgconcern Meavita, dat in 2009 wegens wanbestuur failliet ging. Deze zomer startte de Ondernemingskamer van de Amsterdamse Rechtbank een nieuw onderzoek naar het wanbeleid waarin ook de rol van de toezichthouders onder de loep wordt genomen. Verantwoordelijk president-commissaris van Meavita: Loek Hermans.

Na de onthulling over het COA begon ook de partijtop van de VVD zich zorgen te maken. Stef Blok, fractievoorzitter in de Tweede Kamer, riep zijn partijgenoot uit de senaat achter gesloten deuren ter verantwoording. Hangende het onderzoek is Hermans, met de rest van de Raad van Toezicht van het COA, op eigen initiatief op non-actief gesteld.

Tot voor kort stond Hermans nog bekend als een van de meest gevraagde bestuurders van Nederland. Sinds zijn ministerschap in de jaren negentig vervulde hij talloze voorzitterschappen van overheidscommissies, Raden van Commissarissen en Raden van Toezicht, in het kleine circuitje van oud-politici als Elco Brinkman, Hans Alders, Jan Franssen, Rein Willems, Wim Deetman, Ed Nijpels en Boele Staal. Schijnbaar moeiteloos hield de liberaal alle ballen in de lucht. Tot deze zomer. Waar ging het mis?

HBO-fraude

Louis Marie Lucien Henri Alphonse Hermans groeide op in Limburg. In 1977, op zijn zesentwintigste, kwam hij al in de Tweede Kamer, tegelijk met generatiegenoot Ed Nijpels. De kreet ‘Gewoon lekker jezelf zijn’ waarmee Nijpels in 1982 de VVD naar een enorme verkiezingsoverwinning voerde, was ook Loek Hermans op het lijf geschreven. Als jong Kamerlid stond hij bekend als ambitieus maar aimabel, wars van moralisme, niet gehinderd door ideologie en zwaarwegende principes. In 1986 deed hij een gooi naar het fractievoorzitterschap, maar legde het af tegen Joris Voorhoeve. Een jaar later mocht Hermans als goedmakertje de Parlementaire Enquête naar de Paspoortaffaire leiden. In die jaren was hij ook betrokken bij het Des Indes-beraad met D66 en PvdA, dat uiteindelijk tot de Paarse kabinetten leidde. Maar voor het zover was, leek de rek uit zijn politieke carrière. In 1991, op zijn veertigste, vertrok Hermans naar Zwolle om burgemeester te worden. Vier jaar later maakte hij plaats voor partijgenoot Jan Franssen om zijn oude vriend Ed Nijpels op te volgen als commissaris der Koningin in Friesland. Vanwege zijn dertien bijbanen werd al snel gezegd dat Friesland eigenlijk te klein voor hem was. Dat bleek: nog geen vier jaar later vertrok hij weer naar Den Haag om minister van Onderwijs te worden in het tweede Paarse Kabinet.

In de Paarse jaren vierde het marktdenken hoogtij in de Haagse politiek. In die sfeer, en geheel in lijn met zijn eigen liberale overtuiging, zag minister Hermans het als zijn grote opdracht de rol van de overheid terug te dringen en het hoger onderwijs de markt op te jagen. Hij voerde naar Angelsaksisch model de bachelor-masterstructuur in, en pleitte voor fusies en verdere deregulering.

Vooral HBO-instellingen vatten zijn aansporingen op als carte blanche om zich als commerciële ondernemingen te gaan gedragen en allerlei semi-publieke financieringsconstructies te bedenken. De kwestie ontplofte nog tijdens het ministerschap van Hermans in zijn gezicht, toen in 2001 de HBO-fraude aan het licht kwam. Na een parlementaire enquête moest onder andere de Hogeschool Zeeland (voorzitter van de Raad van Toezicht: oud-VVD-staatssecretaris Nel Ginjaar-Maas) wegens fraude vele miljoenen aan het Rijk terugbetalen. Vermarkting zonder effectief toezicht bleek geen succes. Maar optimistisch als altijd wilde Hermans voort op de ingeslagen weg. ‘Loek vond het erg onrechtvaardig dat hij vlak voor het einde van zijn ministerschap zoveel last kreeg van de HBO-fraude,’ zegt een hoge ambtenaar die in die tijd in zijn nabije omgeving verkeerde. ‘Hij wilde verdergaan met deregulering van het hoger onderwijs. Daar is hij als minister niet meer aan toegekomen.’

Half ochtendje per week

Na zijn ministerschap ontwikkelde Hermans zich al snel tot een van de spinnen in het web van bestuurlijk Nederland. Als voorzitter van MKB-Nederland was hij aanwezig bij menig topoverleg tussen werkgevers en werknemers. Tijdens vergaderingen en dineetjes was Hermans vooral een gezellige gangmaker, al kreeg hij met zijn studentikoze grappen eerder de handen op elkaar bij de werkgevers dan bij de vakbonden. ‘Loek is altijd een corpsbal gebleven,’ zegt een bestuurder die in die tijd veel met hem te maken had. ‘Zijn grap met het glaasje wijn, “Weer een rooie minder!”, heb ik toen ook wel eens gehoord. Dat heb je met corpsballen: die horen standaardgrappen te hebben. Maar verder was hij een prima bestuurder.’ Als MKB-voorzitter maakte Hermans zich vooral sterk voor twee liberale stokpaardjes: lagere belastingen en minder ‘regeldruk’.

Bij MKB-Nederland werd wel eens geklaagd dat Loek maar een half ochtendje per week op kantoor was. Maar dat had met luiheid niks te maken, zeggen betrokkenen: als lobbyist was hij de hele tijd op pad. Bovendien werd Hermans naast zijn werkzaamheden namens MKB-Nederland steeds vaker gevraagd voor voorzitterschappen en commissariaten. Daarvoor had hij de basis al in de jaren tachtig en negentig gelegd, onder meer als voorzitter van de commissie die zich in 1995 moest buigen over de toekomst van de Betuwelijn.

Hermans wordt wel eens een ‘liberale flierefluiter’ genoemd. Maar volgens oud-minister Jacqueline Cramer (PvdA), destijds lid van de commissie-Hermans, is dat vooral een pose. ‘Loek is een heel goede voorzitter,’ zegt ze. ‘Er lag al een hele stapel rapporten, wij moesten een salomonsoordeel vellen. Daar heeft Loek heel hard aan gewerkt. Hij is een liberaal in hart en nieren. Dat kan ook een positieve eigenschap zijn: hij stond open voor alle tegengeluiden.’

Uiteindelijk oordeelde de commissie dat de zwaar omstreden Betuwelijn toch moest doorgaan, mits de aanleg van de lijn gepaard zou gaan met maatregelen om het vrachtverkeer over de weg terug te dringen. Later werd het, zoals velen al voorspeld hadden, de grootste infrastructurele ramp uit de Nederlandse geschiedenis, met een kostenoverschrijding van miljarden. Maar dat is niet aan Loek Hermans te wijten, vindt Cramer. ‘Wij hebben gezegd: doorgaan míts. Als ze belangrijke delen van je advies niet opvolgen, is dat niet je eigen schuld.’ Korte tijd later kwamen Cramer en Hermans elkaar weer tegen in de door Hermans voorgezeten commissie die moest adviseren over de Tweede Maasvlakte. In 2007, tijdens haar ministerschap op VROM, vroeg Cramer hem als voorzitter van de Adviescommissie Waddenfonds. ‘Ook dat heeft hij uitstekend gedaan. Loek is een aangenaam mens en een goede bestuurder.’

Wanbestuur bij Meavita

In die mening stond Cramer niet alleen. Als MKB-voorzitter werd Loek Hermans zo vaak gevraagd voor commissariaten en voorzitterschappen en zei hij zo zelden nee, dat hij in 2004 door FEM Business werd gerekend tot de vijf machtigste ‘commissieleden’ van Nederland. Zelf zei hij ooit: ‘Het is simpel. Op een gegeven moment doe je eens ergens wat en als dat een aantal mensen bevalt, wordt je naam al gauw rondgepraat.’ In de jaarlijkse inventarisatie van de Volkskrant wordt hij al jaren steevast ingedeeld bij de dertig invloedrijkste Nederlanders, een klein groepje bestuurders dat elkaar in allerlei gremia telkens weer tegen het lijf loopt. ‘Nederland is een dorp, in elk circus kom je dezelfde clowns weer tegen,’ zegt een topbestuurder die Hermans goed kent. ‘Dat hoeft niet erg te zijn, zo lang het goed gaat.’

Maar terwijl Loek Hermans zich de afgelopen tien jaar nestelde in de bestuurlijke top van Nederland, groeide de weerstand in de samenleving tegen het ‘old boys network’. De volkswoede richtte zich eerst tegen de topsalarissen en de bonuscultuur in het bedrijfsleven, maar trof ook al snel de semi-publieke sector: van de miljoenensalarissen bij de energiemaatschappijen tot de dure auto’s-met-chauffeur bij woningcorporaties en onderwijsinstellingen. Aanvankelijk kregen vooral politici van PvdA-huize ervan langs, zoals Wim Kok, die na zijn premierschap commissaris werd bij Shell en ING. Maar ook de christen-democraten en de liberalen kwamen aan de beurt. In 2008 werd CDA-coryfee Elco Brinkman, voorzitter van Bouwend Nederland en al vele jaren grossier in commissariaten, als president-commissaris medeverantwoordelijk gesteld voor het wanbestuur bij Philadelphia Zorg. In 2009 kwamen in één keer maar liefst vier oud-politici van VVD-huize in opspraak vanwege hun rol als bestuurder of toezichthouder in de neergang van DSB-Bank: Gerrit Zalm, Ed Nijpels, Frank de Grave en Robin Linschoten. Dat jaar was ook Hermans de sigaar, toen Meavita ten onder ging.

Oordelen over zichzelf

In de Tweede Kamer maakten vooral de SP, de PvdA en de PVV zich boos over het falende toezicht van het kleine kringetje bestuurders in Nederland. Wat Loek Hermans persoonlijk werd kwalijk genomen, is dat hij niet alleen MKB-voorzitter was met inmiddels zo’n achttien nevenfuncties, maar sinds 2007 ook nog Eerste Kamerlid. ‘Als je het als toezichthouder zo druk hebt met al je andere baantjes dat je pas in de auto op weg naar de vergadering de envelop met stukken openscheurt om te zien waar het over gaat, moet je niet opkijken als het een keer misgaat,’ zegt Staf Depla, die als Kamerlid voor de PvdA tot 2010 ten strijde trok tegen de dikke salarissen en het gebrekkige toezicht bij semi-overheidsinstellingen. ‘Loek Hermans is exemplarisch voor een generatie bestuurders die nog steeds denken dat ze het met elkaar wel even kunnen regelen. Op zich kan je er jaloers op zijn dat die heren dat allemaal zo ontspannen doen. Maar het old boys network is niet meer van deze tijd. Toezicht houden is een serieus vak.’

In december 2009 nam het parlement een wetsvoorstel aan waarin het aantal toezichthoudende functies bij grote organisaties per persoon wettelijk werd beperkt. Indiener van het betreffende amendement was SP’er Ewout Irrgang. ‘Helaas werd het wetsvoorstel daarna nog anderhalf jaar getraineerd in de Eerste Kamer,’ zegt Irrgang. ‘Geen wonder, want het stikt van de senatoren met een groot aantal nevenfuncties, zoals Loek Hermans. Die hebben er belang bij dat er niks verandert.’ In de Eerste Kamer werd die aantijging krachtig tegengesproken: het lange wachten was de schuld van het kabinet, dat maar niet af kwam met een Memorie van Antwoord. Maar wat de senatoren-met-nevenfuncties in elk geval niet hielp in de beeldvorming, is de brief die Loek Hermans samen met VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes op 4 februari 2010 naar de Eerste Kamer stuurde, en dus mede aan zichzelf. Daarin drongen de werkgevers er bij de senaat ‘met klem op aan de regeling in de huidige vorm niet te aanvaarden’. Volgens betrokkenen had de brief niks met de persoonlijke belangen van Hermans te maken: de werkgevers wilden alleen voorkomen dat de wet zo streng uit zou vallen dat er vooral voor kleinere organisaties geen goede toezichthouders meer te vinden zouden zijn. Maar de brief wierp wel de vraag op hoe wenselijk het is dat vertegenwoordigers van grote belangenorganisaties ook in de Eerste Kamer zitten, en dus bij gelegenheid moeten oordelen over zichzelf.

Belangenverstrengeling

Tijdens de kabinetsformatie in de zomer van 2010 liet Loek Hermans van zich horen als krachtig voorstander van samenwerking met de PVV, met hetzelfde gemak waarmee hij in de jaren negentig nog had gepleit voor een Paars kabinet. Maar de gedoogconstructie blijkt nu voor hemzelf uiterst ongemakkelijk, omdat juist de partij van Geert Wilders fel van leer trekt tegen de ‘cultuur van belangenverstrengeling’ in de senaat, volgens PVV-Kamerlid Hero Brinkman ‘het grootste lobbyplatform van Nederland’.

In februari 2011 trad Loek Hermans af als MKB-voorzitter om fractievoorzitter in de Eerste Kamer te worden. Dat maakte hem niet minder kwetsbaar voor kritiek. Integendeel. Toen deze zomer het gerechtelijk onderzoek naar het wanbeleid bij Meavita werd aangekondigd, en ook nog eens de misstanden bij het COA aan het licht kwamen, zat Loek Hermans opeens niet alleen als privépersoon maar ook als liberale fractievoorzitter in de beklaagdenbank.

Voor de VVD is het extra pijnlijk dat er behalve Loek Hermans nog drie VVD’ers bij de COA-rel betrokken zijn: bestuursvoorzitter Nurten Albayrak, directeur opvang Petra Ginjaar (dochter van de oud-staatssecretaris) en lid van de Raad van Toezicht Anne-Wil Duthler, tevens fractiegenoot van Loek Hermans in de Eerste Kamer.

‘Ik denk dat Loek met al die functies toch te veel hooi op zijn vork heeft genomen,’ zegt Jacqueline Cramer. ‘Dan loop je het risico dat je alleen maar afgaat op wat er in de vergaderingen wordt gezegd, en niet meer de tijd hebt om achter de schermen te kijken wat er echt speelt. Het is ontzettend zuur voor hem dat hij nu zo in de spotlights staat.’

Weinig tijd

Het onderzoek naar het wanbeleid bij het COA moet nog beginnen, maar voor Loek Hermans ziet het er bepaald niet gunstig uit. De geplaagde toezichthouder zal zich ongetwijfeld verweren met de stelling dat de verziekte bedrijfscultuur in eerste plaats de verantwoordelijkheid was van het bestuur, en dat de Raad van Toezicht slechts beperkte middelen had om de misstanden te lijf te gaan. Maar ook voor dat probleem is Hermans medeverantwoordelijk. Sinds de jaren negentig heeft de liberaal zich met zijn politieke geestverwanten in tal van gremia sterk gemaakt voor marktwerking en deregulering, zelfs wanneer dat aantoonbaar onverstandig en schadelijk was: zie het voorbeeld van de HBO-fraude, die tot op heden doorziekt. In dat liberale klimaat moesten talloze semi-overheidsinstellingen naar het voorbeeld van het bedrijfsleven worden ingericht met een klein, machtig, soms eenkoppig bestuur met een Raad van Toezicht op afstand. ‘Als er dan iets misgaat,’ zegt een betrokken bestuurder, ‘blijkt zo’n Raad van Toezicht er vaak niet op ingesteld zelf een actieve rol te spelen.’ Zo ging het bij Meavita, zo ging het bij het COA. Niet voor niets wordt er nu in de Tweede Kamer gezegd dat het COA niet langer een Zelfstandig Bestuursorgaan moet zijn, maar weer geheel onder het ministerie moet vallen. Loek Hermans heeft altijd verkondigd dat de recepten van het bedrijfsleven ook prima werken bij de overheid. Juist die gedachte lijkt hem nu de das om te doen.

En dan is er nog het verwijt dat Hermans, terwijl het misging bij het COA, zijn aandacht moest verdelen over zijn vele nevenfuncties. Ter verdediging van de Raad van Toezicht zou men kunnen opmerken dat bij het COA de afgelopen jaren duizenden arbeidsplaatsen moesten worden wegbezuinigd. In zo’n situatie is het onvermijdelijk dat er boze en gefrustreerde werknemers rondlopen, zodat klachten over het bestuur voor de toezichthouders misschien moeilijk te wegen zijn. Maar inmiddels is de vice-voorzitter van de Raad van Toezicht, Jaap Besemer, eigener beweging opgestapt omdat hij naar eigen zeggen belangrijke signalen over de verziekte werksfeer ‘niet adequaat’ had geïnterpreteerd. Had Hermans die signalen zelf niet kunnen oppikken, of had hij het te druk met andere zaken? Lastig uit te leggen is ook dat Albayrak als bestuursvoorzitter 210.000 euro per jaar verdiende, ruim boven de Balkenende-norm, plus uitgebreide emolumenten, waar-onder een goudkleurige Mercedes als dienstauto. Wat al helemaal niet hielp, is dat trendwatcher Adjiedj Bakas, tot vorig jaar lid van de Raad van Toezicht, zich in de Volkskrant liet ontvallen dat ze er als toezichthouders nauwelijks aan toe waren gekomen over het salaris en de bedrijfscultuur te praten. ‘We kwamen slechts vier keer per jaar bij elkaar; dan was er voor dat soort dingen weinig tijd.’

Loek Hermans

1951 geboren in Heerlen

1969-1976 studie politicologie

1972 docent maatschappijleer

1974 gemeenteraadslid in Nijmegen voor de VVD

1977 lid van de Tweede Kamer

1990 burgemeester van Zwolle

1994 commissaris van de Koningin in Friesland

1998 minister van Onderwijs

2003-februari 2011 voorzitter MKB-Nederland

2007 lid Eerste Kamer

februari 2011 fractievoorzitter

Huidige (neven-) functies:

voorzitter Greenpoort Holland

voorzitter pan-Europese lobby-organisatie UEAPME

voorzitter Adfiz

voorzitter Nederlandse Uitgeversbond

voorzitter Raad van Commissarissen Waarborgfonds Sociale Woningbouw

voorzitter Platform Hout in Nederland

voorzitter Care Nederland

voorzitter Stichting Katholieke Universiteit Nijmegen

voorzitter Voorselectiecommissie Topmanagement ABD

voorzitter Raad van Toezicht COA

voorzitter Raad van Commissarissen ING Dutch Funds

lid Raad van Commissarissen De Facultatieve

lid Raad van Commissarissen Luzac College

lid Raad van Commissarissen S.C. Heerenveen

lid bestuur Academie voor Wetgeving

lid bestuur Schouwburg De Lawei te Drachten

lid Raad van Advies Sita

lid Raad van Advies DDB Amsterdam

adviseur Nederlandse Maatschap tot Bevordering der Tandheelkunde

senior-counsel Boer & Croon

adviseur Ernst & Young