‘Vijfennegentig procent van de literatuur drijft op de subjectieve illusie dat mensen dankzij hun karakter, kwaliteiten of verstand hun eigen geschiedenis maken’, heeft Jacq Vogelaar eens gezegd. ‘Mijn schrijven’, zo vatte hij samen, ‘is tegen de subject-gedachte gericht’.
Het zijn zulke uitspraken die ervoor hebben gezorgd dat Vogelaar de representant werd van het moeilijke, andere, experimentele en ‘ontoegankelijk’ genoemde proza in de Nederlandse literatuur. Vogelaar keerde zich hiermee af van wat voor de kern van de literatuur werd gehouden: dat ze handelt over individuele levens die meer of minder in het bezit zijn van verstand, karakter en kwaliteiten.
In filosofische, door het marxisme beïnvloede termen, spreekt men...
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.