Beeldende kunst

‘Inspiratie zegt me helemaal niets,’ zei Eberhard Havekost in 2000 tegen een verslaggever van het Duitse kunsttijdschrift Art. Van zijn drie schildersmaten Thomas Scheibitz (1967) en Frank Nitsche (1964), is hij, Havekost (1967), de meest uitgesprokene. Inspiratie doet hem aan genialiteit denken, aan goddelijke ingevingen, sublieme kunst. En daar heeft hij dus niets mee. Hij werkt methódisch: ontleden, analyseren, losweken, vervreemden. Foto’s die hij zelf maakt of ergens in een tijdschrift vindt, stopt hij in de computer. Met photoshop knutselt hij net zo lang tot hij precies díe uitsnede, díe hoek, díe kleur vindt die het sterielst, het hardst, het meest onaanraakbaar zal overkomen. Dát schildert hij, in series, het liefst.

Ze komen uit Dresden en staan ferm geworteld in de Duitse realistische schilderstraditie. Ze deelden atelier, opleiding, vakanties, ‘aha-Erlebnissen’ en succes. Zes jaar geleden braken ze internationaal door. Jay Joplin vroeg ze...