Veel hemelbestormends was er niet te beleven in het Nederland van mei 1968. Terwijl elders de antikapitalistische revolutie werd uitgeroepen, werd hier de hoogbouw van De Nederlandsche Bank feestelijk aan het volk gepresenteerd. De toren had geen hoger doel dan het huisvesten en beschermen van onze goudvoorraad en bankbiljetten. Het gebouw riep meteen weerstand op, herinnert architect Herman Hertzberger zich. Destijds woonde hij als jong architect vlak bij het Frederiksplein, vanuit zijn raam kon hij het ontwerp van een van zijn leermeesters zien verrijzen. ‘Marius Duintjer was helemaal geen slechte architect, de Kolenkitkerk in Amsterdam-West is een mooi voorbeeld van zijn werk. Maar hij ontwierp dit bankgebouw in een tijd dat het als symbool van het geld onaantastbaarheid moest uitstralen. Het werd dus een ook voor het oog onneembaar bolwerk.’

Het kolossale gebouw had alles tegen: het vertegenwoordigde een naïef-optimistisch idee over moderne stedenbouw. Nog maar net ontwikkeld,...