De cursor knippert, het hart bonst. Ik ben verzonken in de schemering van m’n beeldscherm en denk aan die drie woorden. Dit project – mijn verhaal, mijn droom, mijn illusie om een boek te schrijven voelt voor het eerst als een loden last.

Vorig jaar, tijdens een reis van tien maanden, vlogen de verhalen uit mijn kop, breidde ik woorden aan elkaar zoals een oma de sokken voor haar kleinkinderen. Ik kreeg veren in mijn reet, de een dikker dan de ander, van vrienden en familie. Én, van mensen uit het vak. Ik begon meer in mezelf te geloven en durfde na jaren uit de kast te komen: ja, ik wil een boek schrijven. 

Gevoed door de treinreis en de scheiding van mijn ouders op dertienjarige leeftijd begon ik bij...