Sander Pleij vecht voor de lange zin.

Hoewel een docente van de universiteit me vertelde dat ik een zin niet met ‘hoewel’ moet beginnen omdat ik dan een te groot beslag op uw denkvermogen leg (ja, lezer, moge hier geen misverstanden ontstaan: de universiteit leert haar studenten schrijven voor randdebielen en onnozelen, en daar schaart ze ú onder), en hoewel op de VN-website ene ‘Natasha’ kloeg dat mijn best schrijvende collega niet ‘puntig’ genoeg schreef (‘Tip: des te minder bijvoeglijke naamwoorden, des te puntiger een tekst’, zo luidde de hautain gestelde platitude, gericht aan een collega die als het om eloquent taalgebruik gaat in een ander heelal verblijft dan deze anonieme blaatgraag), hoewel ik natuurlijk ook wel weet dat dit stukje veel beter af zou zijn mét witregels, alinea’s, nog veel meer komma’s en andere ‘leesingangen’ of ‘instapmomenten’, hoewel ik het woord ‘hoewel’ geen mooi woord vind en hoewel ik ten volle besef dat deze...