De prehistorische prik smaakt naar vlees noch vis. Of juist naar allebei.

Zeemonster in een saus van zijn eigen bloed is eigenlijk verdomd lekker. Dit is geen grap. De lamprei, of zeeprik, is een levend fossiel. Dat wil zeggen dat het organisme vanaf het moment van verschijnen nagenoeg onveranderd is gebleven. In het geval van de zeeprik is dat zo’n 500.000.000 jaar geleden.

Het beest lijkt op een aal, maar eigenlijk is het helemaal geen vis. De precieze taxonomische indeling van de lamprei is nog onderwerp van discussie. In plaats van kieuwen heeft het beest aan beide zijden van de kop zeven gaatjes. Maar dat is nog lang niet het gekste. Hij stamt uit de tijd dat de kaak nog niet was uitgevonden. Als mond heeft hij een grote zuignap. Daarin zitten rijen met tandjes in concentrische cirkels. De volwassen lamprei zuigt zich vast aan een andere vis (met nogal wat kracht – een beetje lamprei kan stenen van zes kilo verslepen) en raspt met die tandjes een wond waardoor hij...