De montere filosofe met strenge eisen richt zich op een nieuw onderwerp: het politieke gebruik van de angst voor ‘de’ islam.

Als middelbare scholier en student schreef de Ameri­kaanse filosofe Martha Nussbaum onder andere een lang toneelstuk over Robespierre, de man die de Franse Revolutie in diskrediet bracht door er een schrikbewind van te maken.

Eerder had ze werkstukken geschreven over de komedieschrijver Aristophanes, over de Elizabethaanse toneelschrijver Ben Jonson en over Dostojevski. Maar Robespierre stond het dichtst bij haar. Ze had onbevangen sympathie voor zijn ascetisme en voor zijn ‘uncorruptible idealism’. Maar ze werd ook geconfronteerd met de horreur die hij veroorzaakte met zijn idealisme. Centraal in het stuk stond de beslissing die Robespierre nam over het lot van zijn vrienden Camille Desmoulins en zijn vrouw. Hij stuurde ze naar het schavot en liet hun hoofden afhakken omdat ze de zaak van de revolutie niet helemaal naar zijn zin hadden gediend. De...