Sinds enige tijd mag Wouter Bos dan als reusachtige bankenredder in de media verschijnen, mijn dochtertje van vijf noemt hem steevast Bos de Kabouter – ze heeft het niet van mij, echt waar. De naam van de minister-president kan ze beter onthouden. Balkenende!, roept ze juichend zodra ze het brilletje en het typische kapsel van de premier ontwaart.

Het zal de beroepsdeformatie van haar vader wel zijn, maar er is in haar prille leven ook geen ontkomen aan. Op haar verjaarsfeestje verscheen Jan Peter Balkenende zelfs in de poppenkast, nadat Jan Klaassen, de boef en de veldwachter elkaar te lijf waren gegaan. Wie anders dan de Baas van Nederland moest er vrede stichten, met een preek over de eigen verantwoordelijkheid?

Dat had vader dezelfde morgen grinnikend zitten verzinnen, voor hij aan het knutselen sloeg. Maar na afloop van het spel – de kindertjes schaterend op de bank – schoot me wel te binnen dat Balkenende misschien niet lang meer kan genieten van zijn betrekkelijke...