Na de grote tentoonstelling over Angelo Bronzino in het Palazzo Strozzi in Florence in 2010 is nu de beurt aan zijn leermeester, de misantropische en wereldvreemde Jacopo Pontormo. Bij hem gaven alle kleuren licht. En hij was een manierist: hij overdreef, maar op een aangename manier.

Giorgio Vasari, de biograaf van de Italiaanse schilders, beeldhouwers en architecten in de vijftiende en zestiende eeuw, vertelt over Jacopo Pontormo (1494-1557) dat hij een onmogelijke man was, humeurig, zich terugtrekkend in zijn eigen wereld en neurotisch. Wat niet wil zeggen dat Vasari daarom zuinig was met zijn lof voor Pontormo. Er is nauwelijks een alinea in zijn uitvoerige levensbericht zonder compliment voor zijn schilderijen of fresco’s. Maar met kritiek kan Vasari ook overweg, vooral wanneer Pontormo te veel naar Duitse schilders en met name naar de houtsneden van Dürer zou hebben gekeken, van wie hij houdingen en lichaamsbewegingen overnam waaraan de Italiaanse verfijning zou...