Voor zijn kolossale schilderij ‘Het vlot van de Medusa’ maakte de Franse schilder Géricault in 1818 een jaar lang schetsen. In ziekenhuizen tekende hij zieke en stervende mensen. Hij bezocht de morgues van Parijs om een realistische indruk van doden op te doen. Géricault wilde zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid van de ramp met het echte fregat Medusa komen.

Van de vierhonderd passagiers kwamen er, nadat het schip op een zandbank was gelopen, honderdvijftig op een vlot terecht. Daarvan overleefden er vijftien. Wat zich had afgespeeld, is door een paar gereddenen bloedstollend beschreven.

Maar Géricault gebruikte uiteindelijk niet zijn schokkendste materiaal: geen uitgemergelde lichamen, half vergane lijken, mensen die zich voeden met delen van een menselijk lichaam. Er is radeloosheid te zien en uitputting, maar ook een zweem van hoop omdat in verte een schip opduikt dat hen mogelijk zal zien. Géricault, schrijft Cyrille Offermans in zijn boek Schipbreuk (Cossee), heeft...