06-09-2008
Door Maurits Martijn

Pieter Muysken (1950) is academiehoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen en lid van het Max Planck Gesellschaft. In 1998 ontving hij de Spinozapremie en onlangs een ERC Advanced Investigator Grant van de Europese Commissie. Zijn werk richt zich op verschijnselen van wederzijdse beïnvloeding tussen talen, met name in Zuid-Amerika en Nederland.

‘Talen worden gekoesterd als de dragers van de nationale identiteiten, daar wees Joep Leerssen al eerder op in deze rubriek. Poortwachters, zoals de makers van woordenboeken, bewaken de grens van de taal en gebruiken stempels als ‘germanisme’ of ‘anglicisme’ voor woorden of uitdrukkingen die je eigenlijk niet zou moeten gebruiken. Het lijkt zo eenvoudig: we spreken één taal en gebruiken zo nu en dan een woord uit een andere taal. Dit noemen taalkundigen een leenwoord. Te veel leenwoorden gebruiken hoort niet, behalve als de president-commissaris van een multinational in het achtuurjournaal zegt...