06-09-2008
Door Maurits Martijn

‘Talen worden gekoesterd als de dragers van de nationale identiteiten, daar wees Joep Leerssen al eerder op in deze rubriek. Poortwachters, zoals de makers van woordenboeken, bewaken de grens van de taal en gebruiken stempels als ‘germanisme’ of ‘anglicisme’ voor woorden of uitdrukkingen die je eigenlijk niet zou moeten gebruiken. Het lijkt zo eenvoudig: we spreken één taal en gebruiken zo nu en dan een woord uit een andere taal. Dit noemen taalkundigen een leenwoord. Te veel leenwoorden gebruiken hoort niet, behalve als de president-commissaris van een multinational in het achtuurjournaal zegt...