Het nieuwe nummer van het onvolprezen tijdschrift Lapham’s Quarterly gaat over alles wat komisch genoemd kan worden: van Plautus tot Dorothy Parker, van Woody Allen tot Oscar Wilde.

De Amerikaanse komiek Groucho Marx schrijft in zijn autobiografie Groucho and Me (1959) dat er nog geen honderd ‘top-flight professional comedians’ in de wereld zijn. Ze zijn veel zeldzamer en een veel waardevoller bezit ‘dan al het goud en edelstenen op de wereld’.

Mensen, schrijft Marx, ‘realiseren zich niet hoe essentieel we zijn voor hun gezondheid.’ Als wij niet voor ontspanning zorgden met onze gekkigheid, zou in de wereld massaal zelfmoord gepleegd worden, te vergelijken met het dodental van lemmingen. Waarna Marx meteen het verhaal vertelt van de man die naar de dokter gaat en zegt dat hij er geen gat meer in ziet. Hij denkt aan zelfmoord. Wacht nog even, zegt de dokter. Wat jij nodig hebt in een avondje hartelijk lachen. Hij geeft hem het advies naar het circus te gaan en zich...