De zaak-Hörchner

Zijn stem is zacht. Hij gebruikt zelden krachttermen, toont geen heftige emoties en lacht vaak. Aan de keukentafel in het Brabantse Sint-Michielsgestel lijkt Robert Hörchner (1952) met luchtigheid over zijn zaak te praten. Maar dat is schijn. De woordenstroom is onstuitbaar, de blik koortsig, de blos op de wangen ongezond; symptomen overgehouden aan een langdurig voorarrest in Polen.

Het is niet moeilijk om in Hörchner een gemankeerd mens te zien, die dreigt onder te gaan in zijn strijd tegen de instituties. Een hedendaagse Don Quichot, die zich omringt met een papieren werkelijkheid van dozen vol documenten. Ze staan geordend op zijn kantoortje, de tientallen stukken die moeten bewijzen dat de overheid een complot tegen hem heeft gesmeed. Het maakt hem tot een man met een missie, zo een die mensen uiteindelijk mijden. Voor sommigen is hij op zijn best een lastige klokkenluider, voor anderen niet meer dan een querulant.

Daarmee doen ze Robert Hörchner tekort....