Na de Schipholbrand

Mustafa Abou heeft krankzinnige weken achter de rug. Eerst was er de angst van de brand op Schiphol; toen de euforie van de ontsnapping; daarna de arrestatie op het vliegveld van Stockholm, en nu, sinds een week: het cellenblok in Ter Apel.

Begin oktober zat Abou in het uitzetcentrum op Schiphol. Hij zou als ongewenste vreemdeling worden uitgezet naar zijn geboorteland Algerije, maar hij verzette zich zo hevig dat hij opnieuw werd opgesloten. Als reden voor de uitzetting voerde de IND aan dat hij niet over geldige papieren beschikte en bovendien enkele malen voor diefstal en poging tot diefstal was veroordeeld.

En toen kwam de brand. ‘Ik werd wakker door geschreeuw,’ vertelt Abou. ‘Ik zag rook uit de ventilatoren komen. Na twintig minuten werd ik uit de cel gelaten door een bewaker met een gasmasker op. Hij duwde ons naar buiten, een kleine binnenplaats op. Daar was ook rook. Ze deden het hek open naar een groter terrein buiten het gebouw. Om de een of...