De Oostenrijkse schrijver Thomas Bernhard was de grootmeester van de hyperbool, de doorgevoerde overdrijving. Hij beoefende in zijn romans en toneelstukken het retorische schelden.

De Oostenrijkers? Dat waren in Heldenplatz ‘zeseneenhalf miljoen debiele en razende idioten’. Ze waren ook allemaal (niemand uitgezonderd) zelfgenoegzaam, huichelaars, provinciaal, middelmatig, halfbakken en nooit echt volwassen geworden. Hij maakte er een pesterige litanie van herhalingen van die het er extra insmeerde. Geen wonder dat een minister bij de feestelijkheden ter gelegenheid van de toekenning van de Oostenrijkse staatsprijs voor literatuur aan Bernhard in 1968, met slaande deuren het feest verliet omdat Bernhard in zijn dankwoord de Oostenrijkers ‘apathisch’ had genoemd. ‘In dem Prozess der Natur sind wir der Grössenwahn-Sinn als Zukunft,’ voegde hij er nog aan toe.

Twintig jaar na zijn dood in 1989 is door zijn Duitse uitgever Suhrkamp nu een door Bernhard nog zelf voltooid manuscript...