Een van de aardigste onregelmatigheden in de geschiedenis van de filosofie is dat uitgerekend de aartsrationalist René Descartes aan vrouwen zijn vruchtbaarste filosofische brieven schreef. Zijn Brief over de liefde was dan wel niet rechtstreeks aan Christina van Zweden gericht, maar het was wel een antwoord op haar vragen die ze via de Franse ambassadeur aan hem had gesteld. Zijn uitvoerige brieven aan Elisabeth van de Palts waren onderdeel van een correspondentie waarin alle filosofische onderwerpen aan de orde kwamen.

In het door de Historische Uitgeverij uitgegeven boekje Een warmte om het hart, waarin Descartes’ brief over de liefde is opgenomen, herinnert Mieke Aerts er aan dat Descartes aan het begin heeft gestaan van de lange traditie waarin rede en mannelijkheid onlosmakelijk met elkaar waren verbonden, terwijl vrouwen het terrein van de passies als een soort tweederangs domein mochten beheren.

Toch kan de ongelukkige geschiedenis van het aandeel van vrouwen in...