Ze zoeken het maar uit, na mijn dood, wat ze wel en niet kunnen gebruiken uit de vuilniszak vol afgedankte goederen die mijn lichaam dan is geworden. Voor iemand als ik, die gemiddeld drie jaar te laat zijn belastingaangifte inlevert, is elk formulier dat niet hoeft te worden ingevuld een zeurend stemmetje minder in het achterhoofd, en alleen al om die reden ben ik blij dat de nieuwe Donorwet is aangenomen. Nu maar hopen dat ik niet sterf vóór de invoering ervan.

In de tussentijd vraag ik me af of er niet tóch een lichaamsdeel is waar ze met hun transplanterende tengels vanaf moeten blijven. Of iemand iets aan mijn longen heeft, betwijfel ik: twintig jaar lang ruimhartig bijgedragen aan de winsten van de tabaksindustrie. Wel sinds twee jaar rookvrij, en misschien, als ik het leven nog een paar decenniaatjes volhoud, zijn die longen bij mijn dood voldoende hersteld om een ander van dienst te kunnen zijn. Mijn lever is weer een ander verhaal, voorlopig heb ik geen plannen om de...