Het aantal asielzoekers is gedaald, en daarom prees Halbe Zijlstra vandaag de Turkije-deal. Maar de brand in vluchtelingenkamp Moria illustreert juist op akelige wijze de mislukking ervan.

De afgelopen twee dagen kwamen wereldleiders bijeen op twee tops over vluchtelingen: maandag op de Migratie- en Vluchtelingentop van de VN, gisteren in kleinschaliger vorm op de Leiders’ Top over Vluchtelingen die president Obama bijeen had geroepen. Hoewel we nu een mooi verdrageen mooie speech en een lijst meehelpende bedrijven rijker zijn, bleek de scepsis van NGO’s als Amnesty International, Human Rights Watch en Open Society Foundations terecht. Een praktisch en grootscheeps plan van actie hebben de tops helaas niet opgeleverd. Zo heeft de drang naar consensus het plan om landen jaarlijks tien procent van het aantal vluchtelingen hervestiging te bieden uit de eindversie van het akkoord gedreven. Opvang in de regio blijft dus de status quo – ook als dat leidt tot situaties waarin 75.000 vluchtelingen uitzichtloos vastzitten op een stuk niemandsland tussen Jordanië en Syrië.

‘Een tikkende tijdbom’, zo formuleerden onderzoekers van Clingendael opvang in de regio in een overzichtsartikel van de NOS (met de merkwaardige kop: ‘Een eerste vluchtelingentop ooit, maar waarom eigenlijk?’). Volgens de NOS geeft dit aan dat Europa de situatie níet meester is – ondanks het akkoord dat de EU maart 2016 met Turkije sloot.

Daar had VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra in zijn speech tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen vanmiddag geen boodschap aan. Hij prees de resultaten van het akkoord: het aantal asielaanvragen in Nederland is in de zes maanden na het sluiten van de deal met 76 procent gedaald.

Pijnlijk is dat zowel Zijlstra als de NOS bij het wegen van het succes van de Turkije-deal alleen kijkt naar de mate van controle over het aantal binnenkomende vluchtelingen: is het aantal irreguliere bootovertochten verminderd? Is het aantal asielaanvragen verminderd? Andere vragen worden niet gesteld, laat staan beantwoord.  Is het aantal migranten toegenomen dat recht heeft op een vluchtelingenstatus en erin is geslaagd die aan te vragen? Krijgen asielzoekers wel voldoende toegang tot genoeg eten, drinken, gezondheidszorg, onderwijs, dagbesteding en eventueel werk? En nog concreter: wat is er de afgelopen dagen precies gebeurd op Lesbos, dé plek waar wordt besloten welke uit Turkije gearriveerde asielzoekers in Europa mogen blijven en wie er terug naar Turkije moeten.

Maandagnacht gebeurde waar hulpverleners al maanden voor waarschuwden: in opvangkamp Moria op Lesbos sloeg de vlam in de pan. Duizenden vluchtelingen wachter hier zonder privacy en met beperkte toegang tot water en voedsel maandenlang op de uitkomst van hun asielprocedure. Bij onderlinge gevechten naar aanleiding van discussies over een hongerstaking om hun situatie aan te kaarten, brak brand uit. Vierduizend mensen moesten het met prikkeldraad omringde kamp ontvluchten. Meer dan de helft van de voorzieningen is verbrand.

‘Terwijl de oorzaak van de brand nog niet is vastgesteld, bevestigt de gebeurtenis de kritieke veiligheidssituatie in Moria en andere opvanglocaties’, berichtte de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR gisteren. Sinds de ingang van het Turkije-akkoord is het aantal vluchtelingen dat op Lesbos arriveert drastisch verminderd: van duizenden tot ‘maar’ zo’n 200 per dag. Alleen: de vluchtelingen worden niet meer naar het Griekse vasteland vervoerd. Lesbos is overvraagd, het eiland biedt opvang aan meer dan 5300 mensen terwijl het maar voor 3500 capaciteit heeft.

Lees ookKamp Moria: het lelijke gezicht van de Turkije-deal25 maart 2016Híer, op het eiland van aankomst, wordt immers besloten wie in aanmerking komt om via de Griekse asielprocedure in Europa te blijven (via gezinshereniging, en kwetsbare mensen zoals alleenreizende kinderen) en over wie via een ‘fast-track’ wordt besloten dat hij of zij terug moet naar Turkije. Wie te horen krijgt bij deze laatste groep te horen, heeft het recht om dit besluit aan te vechten. Maar, daar heb je een Griekse advocaat voor nodig en, zo geeft het European Council on Refugees and Exiles aan, daarvan zijn er niet genoeg.

Hulpgeld zou nu moeten worden ingezet om Griekse asieladvocaten zoveel mogelijk te ondersteunen. Dat doen internationale hulpverleners al, maar het loopt stroef. Europa móet bijspringen, zegt een Griekse overheidsfunctionaris vandaag in de Engelse editie van de Griekse krant Kathimerini: ‘Als het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken 150 medewerkers stuurt in plaats van 13, zouden ze (de vluchtelingen) in een dag kunnen vertrekken.’

Maar volgens Halbe Zijlstra zijn de resultaten van het Europese beleid uitstekend.