Afgelopen weekeinde zat Jan Peter Balkenende in Buitenhof voor de zoveelste keer uit te leggen dat een parlementair onderzoek naar de Nederlandse besluitvorming rond de politieke steun aan de inval in Irak weinig zin heeft. ‘Wat voegt het toe aan de informatie die we al hebben?’ vroeg de premier met verstrakt gezicht, waarna hij nog eens uiteen zette dat er al zestien Kamerdebatten over dit onderwerp gehouden zijn en tien moties ingediend. De boodschap was duidelijk: het kabinet had en heeft gelijk, laat de critici nou eindelijk eens ophouden met zeuren.

Het is precies die halsstarrige houding die Balkenende in 2002 bijna zijn lijsttrekkerschap kostte.

Kiezers keerden zich massaal tegen het harde hervormingsbeleid van het kabinet, maar Balkenendes enige reactie was: wij hebben gelijk, we moeten het hooguit beter uitleggen. Pas na zware druk uit de top van zijn eigen partij accepteerde hij een socialere toonzetting zodat hij de verkiezingen uiteindelijk nipt kon winnen van de...