Er lopen veel gekken rond op voedselhype-gebied. Wat te doen? Een genuanceerde mening schreeuwt zo lastig.

Voedselhypes zijn een groot drama. Vorig jaar mocht ik eens uitgebreid uitzoeken wat er nu precies waar is van al die gezondheidsclaims rondom kokosvet. Helaas, het is niet ontstekingsremmend (laurinezuur is in theorie antibacterieel, maar zoals het in kokosvet voorkomt, ingepakt in een ander vetzuur, doet het precies niets). Van kokosvet word je net zo dik als van alle andere vetten (calorieën zijn calorieën, wat je niet verbrandt, blijft zitten). En de vetzuren in kokosvet zijn inderdaad anders dan die in boter of reuzel, maar het blijft verzadigd vet, gezond is het dus niet.

De enige claim die overeind bleef, is dat je met kokosvet langer en schoner frietjes kunt bakken dan met andere plantaardige olie. Een pot van 2,5 liter kost wel twee tot vier tientjes. Conclusie: kokosvet is hele dure frituurolie óf goedkope handcrème.

Van kokosvet word je net zo dik als van alle andere vetten. Hele dure frituurolie dus.

Ik mocht dit artikel schrijven voor de Nederlandse editie van een gerenommeerde internationale modetitel. Het gemiddelde modemagazine staat over het algemeen bol van superfoodvrouwtjes of Hollywoodsterren die in plaats van deodorant of tandpasta zweren bij kokosvet (het zal deze maand wel weer wat nieuws zijn). Best dapper van Vogue om mij te laten schrijven over koolstofmoleculen en dubbele bindingen. Maar het blijft onbegonnen werk om op te boksen tegen de self proclaimed dieet-experts die ongegeneerd roepen dat je modder moet eten om mooi te blijven, of dat je alleen nog maar rauw mag eten omdat ‘de oermens’ dat ook deed. Dat klei eten gevaarlijk kan zijn omdat het vitaminen bindt die je dan zelf niet meer kunt opnemen of dat de gemiddelde oermens op zijn dertigste dood was, wordt vakkundig verzwegen. Vermoedelijk weten ze het zelf niet eens.

De grootste pannenkoek die er rondloopt, is zonder twijfel David ‘avocado’ Wolfe. Deze Amerikaanse surfer noemt zichzelf de ‘rock star and Indiana Jones of the superfoods and longevity universe’. Hij zegt dingen als: ‘chocolate lines up planitarily with the sun, chocolate is an octave of sun energy’. Volgens Wolfe leviteren de sporen van paddenstoelen regelmatig van deze planeet, omdat ze graag naar het centrum van de zon willen.

De grootste pannenkoek die er rondloopt, is zonder twijfel David ‘avocado’ Wolfe.

Ach, er lopen wel meer gekken rond, zult u denken. Maar dit is geen marginale zot, dit is de meest succesvolle snake oil salesman van onze tijd. Deze handelaar in gebakken lucht heeft 7,2 miljoen likes op Facebook, 84.000 Twittervolgers en verkoopt bergen met boeken. Nu wil ik mister Avocado niet meer eer geven dan strikt noodzakelijk. Maar dit soort charlatans vormen een belangrijk onderdeel van de gapende kloof tussen wat men ‘denkt’ dat gezond is en wat daadwerkelijk gezond is. The New York Times deed laatst een onderzoekje: 72 procent van het publiek denkt dat kokosvet gezond is, tegenover slechts 37 procent van de voedseldeskundigen.

Onszelf is ook iets aan te rekenen: we willen zo verschrikkelijk graag geloven, iets gezonds doen, ons ergens goed over kunnen voelen, dat we elke nieuwe hype met beide handen aangrijpen. Maar dan nog is het op z’n minst moreel verwerpelijk dat deze types ons ongestraft voor de gek kunnen houden; in het slechtste geval is het ronduit gevaarlijk.

Wat te doen? Discussiëren heeft geen zin. Het zijn hippies met de retorische trukendoos van een born again evangelical. Wetenschap is ‘ook maar een mening’. Het gaat erom dat je doet waar je je goed bij voelt. Terugschreeuwen dan maar? Een genuanceerde mening schreeuwt zo lastig.

Mijn hoop is gevestigd op één man. Er is niemand die zo vakkundig, helder, begrijpelijk, kort en bondig kan afrekenen met al die nonsens als Martijn Katan, emeritus hoogleraar Voedingsleer aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zijn columns in NRC zijn een maandelijks bastion van redelijkheid. Nu zijn ze gebundeld in een boekje: Voedingsmythes. Over valse hoop en nodeloze vrees. De meest urgente publicatie van dit moment.

In stukjes van hooguit twee pagina’s weet Katan volledig onderbouwd, maar zonder één woord te veel op te schrijven en vaak ook nog met humor, de vinger op de zere plek te leggen. Om tot eenduidige conclusies te komen als: ‘Koop geen afvalpillen… ze werken vrijwel nooit en als ze wel werken, kunnen ze nog steeds gevaarlijk zijn.’ Of: ‘We weten niet zeker dat megadoses vitamine C nierstenen veroorzaken, maar de tekenen zijn verontrustend. Ik zou het risico niet nemen.’ Nog zo’n mooie die met vaste regelmaat blijft opduiken: rode wijn is goed voor je hart. Katan zegt: ‘Drinken voor je hart is de kerk schudden om de klok te luiden.’ Bam. Einde discussie.

Dit boek zou verplicht moeten zijn op elke middelbare school. Doe uzelf een lol, leg het op het toilet en lees bij elk bezoek één zo’n verhaaltje. Katan zelf verdient een cape en een eigen logo.