09-02-2008
Door Sander Donkers

Jazzpianist Michiel Borstlap is vrij. Financieel en artistiek kan hij doen wat hij wil, regeringsleiders willen hem bij het diner. ‘Ik wil géven’

Het appartement van pianist Michiel Borstlap ademt de zoete geur van succes. Grote ramen, houten panelen tegen de muur en een glorieus uitzicht op de Amstel. Op de vleugel in de hoek staan ingelijste foto’s. De pianist met Herbie Hancock. Met Stevie Wonder, George Benson, Milt Jackson. Met Al en Tipper Gore. Verder is het een soort speeltuin voor volwassenen; twee keyboards, klaar om bespeeld te worden, een goede hifi-installatie, leren fauteuils, een aantrekkelijk drankenkabinet en een kist met prijzige sigaren.

Wacht eens even. Jazz in Nederland, dat was toch afzien, klagen en kan-ik-misschien-een-tientje-lenen? Borstlap, driftig in de weer met zijn espressoapparaat, glimlacht alleen maar en haalt zijn schouders op. Schouders die, overigens, gehuld gaan in een exclusief ogend jasje en dito...