Vier progressieve partijen vechten om een been, een conservatieve gaat ermee heen. Zonder onafhankelijke sturing blijft links hakketakken. Wie neemt het voortouw?

Naar aanleiding van het gesteggel tussen Diederik Samsom en Jesse Klaver over linkse samenwerking schreef ik vorige week over de mislukte poging tot vorming van een Progressieve Volkspartij in de jaren zeventig. PvdA, D66 en de christelijksociale partij PPR zaten toen samen in het kabinet-Den Uyl en de sociaaldemocraten hadden D66-oprichter Hans van Mierlo beloofd serieus een partijfusie te overwegen. De achterliggende gedachte was dat de Nederlanders net als de Amerikanen, Britten en Fransen de keus moesten krijgen tussen een vooruitstrevende en een conservatieve partij. Dat vergrootte de duidelijkheid in de politiek. Maar in september 1973 zette het PvdA-congres een streep onder het veelbelovende project.

Drieënveertig jaar later is het geklaag over de onduidelijkheid van de politiek nog steeds niet van de...