2018 had het jaar moeten worden waarin het derde kabinet-Rutte zijn voorgangers Rutte I (met gedoogsteun van Wilders) en II (de grote coalitie van VVD en PvdA) moeiteloos in populariteit voorbij zou streven. Aan alle voorwaarden was voldaan: economische groei in plaats van krimp, het begrotingstekort dat in een begrotingsoverschot was omgeslagen, er hoefde niet meer voor miljarden bezuinigd te worden.

Het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ stond bol van de goede voornemens. De onderhandelaars hadden advies van onder meer SCP-directeur Kim Putters en SER-voorzitter Mariëtte Hamer ingewonnen en dat leverde veelbelovende teksten op als: ‘Politiek moet gaan over Nederland én Nederlanders, minder over cijfers en Den Haag’, ‘Nederland moet niet alleen vooruit gaan in de statistieken, Nederlanders moeten dat ook zelf ervaren’ en ‘Ons doel is om een sterk land nog beter te maken voor iedereen, nadrukkelijk ook voor mensen die nu het gevoel hebben dat de overheid er...