26-11-2005
Robert van de Griend en Harry Lensink

Aimabel, gedreven en gedegen, zo noemen vrienden de vorige week vermoorde Louis Sévèke. De geheime dienst was een stuk minder gecharmeerd van de vasthoudende activist. ‘Ik spuug op zijn kist.’

Het was al laat toen op 6 november 1990 bij Arnold van Deijzen de telefoon ging. Aan de andere kant van de lijn maakte een journalist van De Waarheid zich bekend. ‘Bent u agent?’ vroeg de verslaggever van de communistische krant. Van Deijzen, enigszins overrompeld, beaamde voor de politie te werken. Op de vraag wat hij dan precies deed, mompelde Van Deijzen: ‘financieel medewerker’. De verslaggever reageerde triomfantelijk. ‘Nou, in het boek dat voor me ligt, staat toch heel wat anders. U bent werkzaam voor de Plaatselijke Inlichtingendienst.’

Dat klopte. Het stond zwart op wit in De tragiek van een geheime dienst. Het die dag verschenen boek onthulde minutieus en met naam en toenaam hoe de Nijmeegse PID, de plaatselijke tak...